[Josua de la Cave]
CAVE (Josua de la) geboren te Rotterdam omstreeks 1596, werd, na in de godgeleerdheid te hebben gestudeerd en tot doctor te zijn bevorderd, in 1620 predikant te Purmerend, alwaar hij in 1622 ontslagen werd. Den 28sten Febr. 1624 werd hij te Leiden als student ingeschreven (Alb. Stud. kol. 175) en in 1626 trad hij weer op als predikant te Kuilenburg, waar hij werkzaam bleef tot 1650, toen hij naar Rijsbergen (cl. Breda) vertrok. Hij overleed hier in 1661. Ten jare 1645 kwam hij (wat pleit voor zijn geleerdheid) in aanmerking voor een leerstoel in de godgeleerdheid en in de Hebreeuwsche taal aan de academie te Harderwijk.
Van hem zag het licht:
Minister Jesu Christi, hoc est descriptio veri fidique pastoris et praeconis verb Dei. 1642. |
Voor zoover bekend, is hij, door het schrijven van dit boek, de eerste gewees in onze Herv. kerk, die een pastorale godgeleerdheid uitgaf.
Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. III, blz. 277 en 278.