[Casparus Carpentarius]
CARPENTARIUS (Casparus) geboren te Dordrecht, schoonzoon van Petrus Wassenburg, werd in 1636 predikant te Sliedrecht en daarna in Juni 1645 beroepen te Amersfoort, om hier in Augustus bevestigd te worden. Deze zijn tweede gemeente verwisselde hij met Amsterdam (beroepen in Maart 1650 en den 7den April d.a.v. bevestigd). 51 jaar oud, stierf hij hier den 12den Mei 1667.
Volgens v.d. Aa bestaan er van hem verscheidene portretten als: één gegraveerd door A. Sivertsma, één door J. Brouwer, één door A. Conradus en één met het adres van Cralingen.
Hij gaf uit:
Davids Credo, d.i. Davids gebedt ofte troost tegen de bittere doodt, sijnde een verklaring van den 16 Psalm. Amst. 1636. Wanneer v.d. Aa, ll. dl. III, blz. 203 beweert, dat dit geschriftje, niet onbelangrijk is voor de geschiedenis der pest, die in 1665 te Amsterdam woedde, dan moet dit laatste jaartal veranderd worden in 1636. |
Tranenvloed over Jeruzalems teghenwoordige zonden en toekomende wonden. Amst. 1661. |
De gewitten of bekeerden Moorman, d.i. de onderwijzinghe van Philippus, de belijdenisse en doop des Moormans en syn vrolycke reyse na syn Landt. Amst. 1662. |
Laatste uren van Rivet, Bassecourt, Longelius en Landtman. |
De weg des Hemels. 1712. |
Alle de heylige meditatiën en scherpzinnige bedenkingen van R.B...... vertaald. Amst. 1665. |
Litteratuur: Veeris, ll. blz. 41. - H. van Rhenen, Lijste van de namen der predikanten ..... onder de provincie van Utrecht. Utr. 1705, blz. 125. - v.d. Aa, ll. dl. III, blz. 202 en 203.