Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 2
(1908-1918)–Jan Pieter de Bie, Lambregt Abraham van Langeraad, Jakob Loosjes– Auteursrecht onbekend
[pagina 21]
| |
blijkt uit het Alb. Stud. der Leidsche universiteit, waar we, op kol. 438 vinden ingeschreven als student in de philosophie Franciscus Carron, Japonensis, destijds 20 jaar oud. Hij is dus een zoon van François Caron en niet zooals v.d. Aa zegt, (ll. dl. III, blz. 193), een zoon van Pieter Caron, apotheker te Leiden. Of de studie te Leiden hem niet beviel? Zooveel is zeker dat hij in 1655 te Utrecht werd ingeschreven (Alb. Stud. kol. 47) en dat hij later door de classis Amsterdam werd afgevaardigd als predikant naar Indië. Den 29sten Dec. 1660 kwam hij te Batavia en in 1661 werd hij predikant te Amboina op het kasteel Victoria, waar hij o.a. naast zich heeft gehad als ambtgenooten: Spiljardus, Walrand, van Akendam en Sweerdius. Werkzaam bleef hij hier tot 1674. Dat hij in Juni van dat jaar vertrok, moet worden toegeschreven aan de onheusche wijze waarop hij behandeld werd door den landvoogd Pieter Marville, die hem geruimen tijd op het kasteel gevangen hield. Zijn vertrek van Amboina was voor de inlanders een oorzaak van groote droefheid, waaruit mag worden afgeleid dat hij daar zeer gezien was. Terug in het vaderland, werd hij predikant te Leksmond alwaar hij in 1706 gestorven is. Vóór zijn vertrek uit Indië, verzocht hij met aandrang dat zijn geschriften mochten gedrukt worden. Pas echter na zijn vertrek naar Europa, werd met den druk begonnen Van zijn hand zag het licht: Voorbeeldt des openbaeren godtsdiensts, bestaende in de verhandelinge van de XII Artikelen des Geloofs, de Wet Godes, 't Gebedt des Heeren enz. ten dienste der inlandtse Christenen op Amboina, in 40 praedicatien ..... gestelt door F. Caron. Amst. 1693. - Het Maleisch is met Romeinsche letters gedrukt. ‘Opgesteld zijnde in “gemeensaem Maleys”, niet om door een hoogdravenden stijl den geoefenden in die tale te ketelen (kittelen), noch door een kunstige methode en diepsinnige saecken alleenlijck den geleerden te behagen; maar om U, die teedere kinderen zijn ..... de kennisse op de eenvoudighste maniere in te planten.’ Ingevolge een besluit der Indische regeering van den 29sten Nov. 1737, werden ze ten behoeve der Ambonsche gemeente ten getale van duizend exemplaren herdrukt. De weg des hemels. Volgens resolutie van de Heeren XVII, in dato 16 December 1682, moest ook gedrukt worden op kosten der compagnie een ‘Vrageboek van Ds. Spiljardus’, door Ds. F. Caron uit het Portugeesch in het Maleisch overgezet. Adjaran dalam jang manna jadi caberadjar capalla capallanja derri agamma Christaon. Amst. 1682. Volgens het voorbericht, eene vertaling van het Kort begrip der Christelijke Religie van Marnix van St. Aldegonde, in het Maleisch vertaald, door A. Reul, doch hier een weinig veranderd naar het taaleigen van Amboina, Banda en de Molukken. Vermoedelijk bewerkt door F. Caron. Nog bestaat er een door F. Caron uitgegeven Beschrijving van Japan. Amst. 1652. Zeer waarschijnlijk moet dit boek worden toegekend aan den vader. Caron was in het Maleisch zeer ervaren en een hoogstverdienstelijk predikant uit de eerste eeuw van onze heerschappij in Indië. Litteratuur: v.d. Aa, ll. dl. III, blz. 193 en 194. (Dit artikel bevat veel onjuistheden). - C.A.L. Troostenburg de Bruijn, Biogr. Woordenboek van O.-I. | |
[pagina 22]
| |
Predikanten. Nijm. 1893, blz. 87-89 en de daar aangehaalde litteratuur. - Id., De Herv. kerk in Ned. O.-Indië. Arnhem 1884. r.i.v. |
|