Nog is op het oogenblik dat we dit schrijven, ‘vader Buddingh’ onder de Zeeuwen niet vergeten ‘en wordt van hem gesproken als van een onovertroffen prediker, een nauwgezet christen, een weldoener van armen en nooddruftigen en een man’, die ‘met zijn geheele ziel liefhad.’ Talloos velen bewaren zijn naam in zegenend aandenken, en met den meesten eerbied wordt nog over hem gesproken.
Hij gaf uit:
God, de kassier van de armen, of de geloofsbank. Behelzende een verhaal van veelvuldige uitreddingen der goddelijke voorzienigheid, welke op onderscheidene tijden den schrijver zijn geschonken. Uit het Engelsch. 's-Gray. 1857.
Het koningrijk der hemelen ingenomen door een gebed, of een verhaal van des schrijvers overbrenging uit het rijk des satans in het koninkrijk Gods. Uit het Eng. 's-Grav. 1858.
De uiterste wil en het testament van William Huntington, een dienaar van Christus en van de gemeente, om des Heeren wil; benevens eenige brieven over het geloof. Uit het Eng. 's-Grav. 1859.
Het licht van den zevenden dag. Uit het Eng. vertaald en met een voorwoord aanbevolen ..... Goes 1859.
R. Flockhardt, Gods genade verheerlijkt in de bekeering van een soldaat, die bij de 40 jaren heeft gepredikt in de straten van Edinburg. Uit het Eng. 's-Grav. 1859.
Verhaal van des Heeren leidingen met George Muller, door hem zelven in het Eng. beschreven en naar de 5e uitgave uit het Eng. vertaald. Zierikz. 1861.
Toetssteen of het bewijs uit bijna 200 schriftuurplaatsen bijgebragt om de Godheid van onzen Verlosser te staven overeenkomstig het kerkelijk leerstelsel door J.F.G. Vergeleken met de voorstelling van de leer der H. Schriften, omtrent de ware Godheid des Heeren. Gorinch. 1868.
Wat zegt de Heilige Schrift? of belijdenis voor vrienden geschreven, die door vijanden mag gelezen worden. 3 stukken, 1 deel onder den titel: Wat ik geloof. Gorinch. 1869.
Beschouwingen over het duizendjarig rijk. Uit het Eng. Gorinch. 1866.
Het leven van William Tennent, in leven herder en leeraar des Presbyteriaansche gemeente in Freehold in Nieuw-Jersey. Waarin onder andere belangrijke bijzonderheden vervat in een verhaal van zijn driedaagsche bewusteloosheid of schijnbaren dood. Een boekje uit de bibliotheek van H.J. Buddingh, geref. leeraar te Goes. Dordr. 1863.
G. Muller, Lijkrede, uitgesproken na het overlijden zijner echtgenoote. Uit het Eng. door H.J.B. Met levensbeschrijving van ZEerw. Gorinch. 1871.
G. Sallenus, Christelijke kinderschool, onderwijzende de jeugd in de eerste beginselen zoo van de leer der waarheid als ook van de ware betrachting der godzaligheid. Nu om deszelfs belangrijkheid onder approbatie uitgegeven door H.J.B. Gron. 1866.
Tegen Buddingh:
H. de Cock, Geloofsgetuigenis tegenover de geloofsbelijdenis van H.J. Buddingh. Gorinch. 1867. |
Het geloof een gave Gods, of wederlegging van het werk van H.J. Buddingh getiteld: Wat ik geloof. Gorinch. 1867. |
H.J. Heynes, De schriftuurlijkheid, redelijkheid en onmisbaarheid der drie-