Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend[Johan de Brune]BRUNE, BRUINE (Johan de) werd geboren te Middelburg in het jaar 1589 en den 24sten Nov. 1606, vinden we hem als student in de philosophie te Leiden ingeschreven (cf. Alb. Stud. kol. 84Ga naar voetnoot1). In zijn geboortestad werd hij in 1635 raad; den 16den Dec. 1638 secretaris der provinciale rekenkamer; den 12den April 1644 secretaris en den 16den Aug. 1649 raadpensionaris der Edele Mog. Heeren van Zeeland. Ofschoon rechtsgeleerde, hield hij zich een groot deel van zijn tijd bezig met de beoefening der godgeleerdheid en tal van werken van zijn hand, staan hiermee in verband. Ook muntte hij uit in geschiedenis, taal en letterkunde, waarvan tal van zijn geschriften de meest doorslaande proeven opleveren. Hij overleed den 7den Nov. 1658 en werd in de Nieuwe kerk begraven. Zijn zinspreuk was ‘Spe et meta’ Zijn portret, vervaardigd in 1656 toen hij 67 jaar oud was, is te vinden voor in zijn Bankket-werk van goede gedagten. Middelb. 1660. 2 dln. Hij is ook de ontwerper geweest van den penning, die door de Staten van Zeeland in 1654 geslagen is ter gedachtenis aan de in 1651 te 's-Gravenhage gehoudene ‘Groote vergadering.’ In de verzameling van het Zeeuwsch Genootschap van K. en W. is ten 1o een brief van de rekenkamer aan de Staten van Zeeland over eene lijfrente op prins Willem van Portugal, dd. 20 Aug. 1643, geteekend door J. de B., en 2o een extract uit de notulen der Staten over de kapel bij Ellewoutsdijk, dd. 17 Dec. 1646, eveneens door J. de B. geteekend. Van hem werden gedrukt: De CL Psalmen, uyt de hebreeusche, in de Nederlandsche tale, van woord tot woord, over-geset, ende met de nieuwe oversettinge des Bijbels over-een-komende. Middelb. 1644. In 1662 verscheen hiervan een woordelijke herdruk, zonder de veranderingen in de eerste uitgave aangebracht; maar in 1650 zag eene editie het licht, in welke aen d'eene zijde de CL Psalmen gedicht door P. Dathenum, aen d'ander zijde door J. de Brune ..... enz. voorkomen. | |
[pagina 685]
| |
Deze arbeid van de Brune werd door de hoogleeraren der theol. faculteit ‘en byzonder by den beroemden Voetius, hooggelyk opgevyseldGa naar voetnoot1).’ Berymde Keurspreuken van Salomon, verklaard in 't handboek van J. de Mey. 1650. Emblemata of Zinne-Werck: voorghestelt in beelden, ghedichten en breeder uytlegginghen, tot uyt-druckinghe en verbeteringhe van verscheyden feylen onser eeuwe. Amst. 1624Ga naar voetnoot2). Ziel-gerechten, toegemaeckt met Hemelsche-speceryen; gehaelt uyt de kostelycke winckel der Goddelicke Schriften. Vermeerderd met Geestelyck Bancket-werck. Middelb. 1644. De grond-steenen van een vaste regeringe, geleght en uytgestelt tot bericht en nuttigheyt van alle goede patriotten en vaderlanders. Gorinch. 1661. Nieuwe Wijn in oude leerzakken. Bewyzende de spreek-woorden, 't vernuft der menschen, ende 't gheluck van onze Nederlandsche taele. Middelb. 1636. Hemels-feest ofte Godvruchtige Roeringen; inghevallen by ghelegentheyt van de betrachtinghe van Christi heylige maeltydt. Middelb. 1621. ילשמ. de Proverbia of de Spreuken van Salomon nu eerst in Nederduitsche tale overgheset, in alle duystere plaetsen uyt-gheleght ende verklaert. Middelb. 1619. םירישה ריש. Salomons Hooge-Lied met verklaring van de historische ende letterkundige zin. Middelb. 1647. ‘Het schynt ook dat de heer de Brune eene verklaring over Salomons Prediker gemaakt heeft; want dus schryft hy zelf in d'uitlegginge van zyn XLI zinnebeeld; de stoffe van dit zinnebeeld is geleent, uyt het elfde capittel van den Prediker; dien ick Godt willende, onlanghs zal in 't licht brengen, nieuwelicks van my uyt den Hebreeuschen oorsprongh over-gestelt, en in alle duystere plaetsen, naer myn geringe mogelickheyd, uyt-gelegt en verklaert.’ Hoogstwaarschijnlijk is 't bij een plan tot uitgave van dit werk gebleven, het is ten minste niet te vinden en uit niets kan worden opgemaakt, dat het werkelijk eenmaal het licht heeft gezien. Litteratuur: de la Rue, Geletterd Zeeland, 2de druk, blz. 41-46. Hier (blz. 44) heet het: ‘Behalven deese Werken (nl. de vorengenoemde) vindt men van dien werksaamen staatsman nog ettelijke Gedigten in den Zeeuschen Nachtegael, voor Boeken van anderen, en elders verspreid. Ook heeft hy een Latynsche opdragt aan de Heeren Staaten van Zeeland geplaatst vooraan J. Eyndii Chronicum Zelandiae’. - v.d. Aa, ll. dl. II, blz. 1509-1511. - Nagtglas, ll. blz. 86. - J.G. Frederiks, Mr. Johan de Brune de oude, pensionaris van Middelburg, in het Maandblad, Nederl. Leeuw. XII, blz. 140. |
|