[Aegidius de Breen]
BREEN (Aegidius de). We lezen van dezen dat hij in 1604 beroepen werd te Hasselt, in 1605 te Jisp en in 1610 te Beverwijk. Hier is hij predikant gebleven tot het jaar 1655 toen hij emeritus werd. Hij stierf in 1662.
Van hem hebben we:
Petr. Gillis, Herder der Geref. Kercke van la Tour, in de Daalen van Piedmont, kerkelijcke Historie van de Gereformeerde kercken, vergadert in eenighe Valeyen van Piedmont, en haere nagebueren, eertijds genaamt Waldenzen: mitsgaders een Aanhangsel, - verhaal, van 't gene in 't laatste en schrickelijck Bloed-badt des jaars 1655 voorgevallen en begaan is, enz. Uyt het Frans in 't Nederduyts vertaalt door G. van Breen, Oudt-Pred. tot Beverwijk. Amst. 1658. (Zie voor de bibliographie van dit werk: Dr. W.P.C. Knuttel, Nederl. bibliographie ..... enz. blz. 111).
Fr. Perreaud, Daemonologia ofte verhandelingh van de duyvelen ende tovenaers - mitsgaders den quel-duyvel van Mascon in het huys van Fr. D. Uyt het Frans vertaelt door Gillis van Breen. 2den druk. Amst. 1665.
Andreas Rivet, Voor-bereydende onder-weysinghe tot het H. Avontmael des Heeren, uit de Fransche in de Nederlantsche tale overgeset door Aeg. van Breen. Amst. 1651.
Carolus Drelincourt, Drie tractaten, noodigh tot het Heylige Avondtmael onzes Heeren Jesu Christi in gebeden, meditatiën ende oeffeningen, beschreven door C.D. ende Y.B. en W.T. Na de nieuwe oversettinge des Bybels gestelt door G. van Breen ..... Dordr. 1666.
Litteratuur: Veeris, ll. blz. 32.