den gemelden P. Visscher van de winste, by hem beoogt, voor een merkelyk gedeelte had verstoken.’ Uit deze woorden blijkt dus, dat van het Onze Vader, enz. een nadruk verschenen was. Dit zal dan waarschijnlijk de uitgave zijn, die in 1705 te Amsterdam het licht zag bij Jac. Verheyde Rogge, en als een 2de druk wordt aangekondigd (cf. Beschr. Cat. der Pamfl. verzameling. Stuk I, afd. I, blz. 180).
Eigenaardig is ook de wijze, waarop de recensent in de Boekzaal spreekt over den inhoud der preeken, als hij zegt: ‘Van deeze, gelyk ook van andere Predikaatsiën, die my tot noch toe zyn voorgekomen, kan in 't algemeen gezegt worden, dat ze niet bestaan in noodelooze verschillen, in diepzinnige redeneeringen, in vreemde bedenkingen, in onzekere gissingen, in ydele vitteryen over den oorsprong der woorden, en wat dies meer is; maar in wezentlyke dingen, dat's te zeggen in aanmerkingen, afweidingen en toepassingen, die geheel zaakelyk en stichtelyk zyn; buiten en behalven dat men in deeze Predikaatsiën een veel beter taal vindt dan in dusdaanige schriften doorgaans voorkomt.’ Verder wordt nog de stijl, waarin de preeken vervat zijn, geprezen.
Historie van het leven des Heeren H. de Groot, beschreven tot den aanvang van zijn gezantschap ..... aan 't hof van Vrankrijk door C. Brandt, en vervolgt tot zijn doodt door Abr. van Cattenburgh. Met een aanhangsel derzelver historie. Dordr. en Amst. 1727.
In den Catalogus van Handschriften op de bibl. der Rem. geref. gemeente Rotterdam. (Amst. 1869) vindt men op blz. 73 onder no 789 een brief van K. Brandt ao 4 Sept. 1684 aan P. Swaerdekroon, over huiselijke zaken en onder no 790 een van den 26sten Sept. 1693 aan R. Leers, over het drukken van de laatste deelen van de Historie der Reformatie.
Litteratuur: De Rem. broederschap, reg. i.v. - Rogge, Catalogus enz. Stuk I, afd. I, blz. 178-181. - v.d. Aa, ll. dl. II, blz. 1191-1193. Brieven van hem aan Theod. Jansonius van Almeloveen, vindt men nog vermeldt bij Tiele, Cat. Cod. Manuscr. blz. 321, onder no 1347. Over de preeken en de preekwijze van Kaspar Brandt leze men: J. Hartog, Geschiedenis van de predikkunde en de evangelieprediking in de Prot. kerk van Nederland. Amst. 1861, blz. 205-209, voor die van G. Brandt de jonge, ll. blz. 209-211 en voor die van Joh. Brandt, ll. blz. 211-244. - Glasius, Godgel. Nederland, dl. I, blz. 164 en 165.