Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1

[Johannes Brandt]

BRANDT (Johannes) zoon van Gerard en Suzanna van Baerle, aanschouwde het levenslicht te Nieuwkoop den 6^den Juli 1660. Dat hij iemand was van goeden aanleg, mag afgeleid worden uit het verhandelde in de groote vergadering van 1675, waarbij de vader verzocht werd ‘hem als een jongman van zeer goede hope mede

[p. 583]

in de Theologie optetrekken, met presentatie, om hem als alumnus aan te nemen; terwijl die van Amsterdam, ter vergelding van 's vaders goede en groote diensten in het schrijven van de Historie der Reformatie, presenteerden hem tot hunnen alumnus aan te nemen.’

Na het voltooien van zijn studie is hij werkzaam geweest te Hoorn, van 1682-1684. Vóór zijn beroep alhier als proponent, werd een afzonderlijke vergadering gehouden van contribueerende kerken en directeuren. Hoorn werd verwisseld met den Haag, waar de gemeente van 1684-1696 getijktijdig door hem bediend werd eerst met G. van Nijendaal, daarna met Nic. Bergman. Tot driemaal toe te Amsterdam beroepen den 13^den Mei, den 5^den Juni en den 11^den Nov. 1696, nam hij de laatste maal aan en hij preekte zijn afscheid den 9^den Dec. d.a.v. Tot zijn dood, den 13^den Jan. 1708 is hij in de hoofdstad des lands werkzaam gebleven.

Van hem zag het licht:

Burmanni ἐλεγχόμενοι, sive J. Brantii G. f. adversus iniquas fratrum Burmannorum cavillationes in suam supra jubilaeum sacram orationem, justa et extorta defensio. Amst. 1700.

Epistolae celeberrimorum, nempe H. Grotii, G.J. Vossii, A. Schotti....... N. Heinsii aliorumque antehac ineditae, in quibus plurima ad omne eruditionis illustrandum occurrunt; ex scriniis literariis J. Brantii..... Amst. 1715.

Met zijn broer Kaspar, schreef hij de opdracht vóór het leven en bedrijf van Michiel de Ruiter door G. Brandt. Beiden bezorgden ook in 1687 te Amsterdam de uitgave van de Historie van de vijf art. ..... vert. door G. Brandt de jonge.

Ter incomste ..... Willem III ..... Den Haag spreekt. 1691.

Lykklagt over het ..... afsterven van Joannes aartsbisschop van Kantelberg. 1695.

Lykrede over het ..... afsterven van ..... Maria Stuart ..... uitgesproken in 's-Gravenhage den IV Febr. 1695. 1695.

Paulus leven of XXVII predik. over 't voornaemste werk van zijn apostelschap. 's-Grav. 1695.

Aan het slot is nog een pred. gevoegd over 1 Sam. XII:24 en 25 op den dankdag van 1689 gehouden.

Vredezang, toegewyt den ..... staet van Holl. enz. 1697.

Out en nieu, gepast op het jubeljaar van MDCC over Koning Salomons Prediker I kap. vs. 9, 10; uitgespr. in een predik., den derden van Jan. MDCC, in de Remonst. kerke. t'Amst. 1700.

Mengeldichten. Amst. 1701.

XL Bedenkingen over ..... stoffen van het out verbondt. Door J. Pontanus..... Uitgeg. door J. Brandt. Amst. 1702.

Verantwoording van de Historie der reformatie van wijlen zijn' vader ..... tegens de beschuldigingen van Jac. Leidekker ..... waar achter ..... G. Brandts verantw. tegen den Heer Bulaeus, neffens eenige brieven en gedichten, ter gelegenheit der uitgevinge dezer Historie, gewisselt tusschen ..... Arnold Moonen pred. te Deventer en J. Brandt. Amst. 1705.

Nog bezorgde hij:

XXXII predik. uitgespr. door K. Brandt te Rotterdam 1698.

G. Brandt's historie der Reformatie, het 3^de en 4^de dl. Rott. 1704.

Tien predik. door G. Brandt den jongen ..... Rott. 1704.

[p. 584]

Een en twintig predik. over verscheyde texten der H. Schrift. Rott. 1705.

Het onze Vader ..... door K. Brandt. Amst. 1705.

Ook verscheen nog in 1725 te Amsterdam: K. en J. Brandts Poësy.

Er bestaan portretten van hem o.a. door P. Schenk en naar C. Lubienietski door J. Houbraken. Zijn zinspreuk was: Non inferiora secutus.

Litteratuur: Beschr. Cat. der pamfl. verz. van de Boekerij der Rem. kerk te Amsterdam. Stuk I, afd. I, blz. 182-184. - De Rem. Broederschap. Biogr. naamlijst van hare Prof. pred. en prop. Amst. 1905, register i.v. - v.d. Aa, ll. dl. II, blz. 1895 en 1896.