[Jacob van Bosvelt]
Bosvelt (Jacob van) werd in 1758 geboren te Utrecht en in 1781 ingeschreven als student in zijn geboortestad (Alb. Stud. kol. 174). Bevorderd tot proponent in de classis Utrecht (den 5den Maart 1782), werd hij nog in datzelfde jaar (den 1sten Dec.) beroepen te Waverveen (perempt. geëxamineerd in de classis Amsterdam, 14 Jan. 1783 en bevestigd den 2den Febr.), waar hij maar eenige maanden heeft gearbeid (afsch. 19 Oct.), want nog in hetzelfde jaar, waarin hij hier gekomen was, vertrok hij naar Beemster (ber. 25 Aug., bev. 2 Nov. 1783). Ook te Beemster heeft Bosvelt geen lang verblijf gehad (afsch. 5 Juni 1785), toen hij naar Deventer toog (ber. 6 Jan. 1785, bev. 19 Juni), en hier werd hij den 30sten Oct. 1787 met zijn drie Protestantsche ambtsbroeders en den predikant der Walsche gemeente ‘op herhaalde instantiën en begeerte van Gecommitteerdens uit de Burgery en Gildens, door Schepenen en Raad der stad, finaal van den dienst ontslagen, behoudens den goeden naam en eer.’ (Boekzaal, 1787b blz. 599). Ruim drie jaar was hij zonder betrekking, toen hij beroepen werd te Heerewaarden (den 17den Dec. 1790), waar hij den 3den April 1791 werd bevestigd. Maar enkele maanden mocht de gemeente te dezer plaatse zich in zijn bezit verheugen, want hij stierf den 19den Jan. 1792 te Tiel, aan een korte, maar hevige ongesteldheid.
Hij schreef:
De armis veterum Hebraeorum. Traj. ad Rhen. 1781. |