[Vincent Ferdinand Jacobus Boonacker]
BOONACKER (Vincent Ferdinand Jacobus) zag het levenslicht te Leiden in het jaar 1814, en werd na het noodige voorbereidend onderricht d.t.p. genoten te hebben, op zestienjarigen leeftijd, den 28sten Febr. 1830, als student ingeschreven bij de theol. faculteit. Hij was eerst predikant te Leersum (27 Aug. 1837-8 Oct. 1848) en daarna te Enkhuizen, alwaar hij den 22sten Oct. 1848 zijn intree deed. Hier is hij gebleven tot den 3den Oct. 1869 toen hij afscheid nam van deze zijn tweede gemeente en daarmee tevens van zijn ambt. (Zijn emeritaat ging in den 1sten Oct.). Vertrokken naar Haarlem, stierf hij aldaar den 18den Jan. 1876. We lezen van hem: ‘ijverig in zijn ambt zoolang zijn krachten het toelieten, maakte hij zich ook in ruimeren kring omtrent de kerk verdienstelijk, zoo in het prov. kerkbestuur als in de synode, waar hij zich mede, door kennis, oordeel en bescheidenheid, achting en toegenegenheid verwierf.’
Van hem zag het licht:
Bijbelsche geschiedenis (no 45 van de Volkbibliotheek, van 1853-1861 te Amsterdam uitgegeven). |
A. Neander, Gedenkwaardigheden uit de geschiedenis van het christelijke leven. Naar de 3de verb. uitg. Uit het Hoogd. vertaald door V.F.J. Boonacker. Rott. 1847/48. 2 dln. |
In het Nieuw-Archief vinden we van zijn hand, dl. II, blz. 281-294 een artikel: Iets uit de handelingen der classis van Rhenen en Wijk in de jaren 1670-1673, deels betreffende maatregelen tot bekeering van Joden en heidenen, deels
|