[Petrus Bloccius]
BLOCCIUS (Petrus), zoon van Jacobus en Elisabeth Verelst, werd geboren te Dieghem bij Brussel. De vader is o.m. rector geweest te Vilvoorden, waar de beide ouders begraven liggen. Opgevoed in den Roomsch Kath. godsdienst, bezocht hij de academies te Leuven, Keulen en Boulogne. Wanneer hij de moederkerk, waarin hij nimmer als geestelijke dienst deed, vaarwel heeft gezegd, is onbekend.
Eindelijk te Leiden gekomen, waar hij een bijzondere school hield, werd hij d.t.p. den 5den Januari 1559 aangesteld tot prorector der Lat. school, uit welke betrekking hij den 7den Nov. 1561 ontslagen werd. Hem werd evenwel toen toegestaan een bijschool te houden, gelijk hij vóór zijn benoeming aan de groote school gehad had. Hij kreeg voor 4 jaar vrijdom van accijns op Leidsch bier, ingaande den 1sten Mei 1561 en hij mocht zooveel jongens houden die van buiten de stad kwamen als hij maar wilde en nog 20 uit de stad, maar aan de regeering der plaats zou hij daarvoor 16 stuivers per jaar moeten betalen. Ook deze bepaling werd geacht te zijn ingegaan met den 1sten Mei 1561.
Wat mag de oorzaak zijn geweest dat Bloccius en Sarrey ‘bynnen den tyd van hare aenneminge verlaten waeren?’ Hun godsdienstige overtuiging? 't Is zeer wel mogelijk, ofschoon de vraag overblijft zouden ze, indien dit werkelijk het geval is geweest; door de regeering der stad Leiden verkregen hebben om, zij 't dan ook aan een bijzondere inrichting, onderwijs te geven?
Waarschijnlijk werd hij door Lindanus genoodzaakt in 1563 Leiden te verlaten. Het volgende jaar 1564, vinden we hem bij Wezel en tijdens zijn omzwervingen is hij ook te Heidelberg, Trier, Kleef, Nijmegen, Utrecht, Namen, Amsterdam, Leuven en Antwerpen geweest. Bij voorkeur liet hij zich in met het onderwijs en in 1566 was hij werkzaam als onderwijzer te Nedermurmpter, in de nabijheid van Rees in Kleefsland bij Diederick van Bronkhorst en Batenburg. Voor zoover nategaan is, werd hij, na het vertrek van Michaël, hier predikant. Bloccius was een geleerd man, zeer ervaren in het Latijn, in welke taal hij gedichten vervaardigde en behalve in den bijbel, was hij ook doorkneed in de schriften der kerkvaders.
Zijn letterarbeid was uitsluitend aan het groote doel, de verspreiding van gezuiverde evangelie-kennis en der kerkhervorming gewijd. Maar feit is, dat hij door zijn geschriften ‘niet zonder invloed op onze Hervorming gebleven is; dat hij met alle regt onder de Nederlandsche Kerkhervormers, en zulks niet in de laatste plaats, mag geteld worden; dat zijne werken zeer werden getrokken; en dat deze voorwaar niet zonder reden aan den haat en de nasporingen der Inquisiteurs en Kettermeesters bijzonder ten doel stonden.’ (Nederl. Arch. v. K.G. dl. II, 1842, blz. 37).
Dat Bloccius in betrekking stond tot en gemeenzaam bekend was met de meesters, die nog vóór de vestiging der Nederl. Herv. kerk hier de Hervorming bevorderd en de gezuiverde leer gepredikt hebben, kan ons niet bevreemden. Uit 's mans mededeelingen leeren we den kring kennen, waarin hij zich tehuis gevoelde en waarin hij zich bewoog (cf. Nederl. Arch. enz. blz. 39-50).