[Johannes Bertling]
BERTLING (Johannes), geboren te Koevorden, was de zoon van Henricus en Arendina Witzenberg. Hij studeerde o.a. te Leiden, alwaar hij den 17den Sept. 1743 als student in de godgeleerdheid werd ingeschreven, doch zeer zeker had hij, vóór hij hier kwam, reeds elders gestudeerd, want reeds den 30sten Juni 1744, d.i. dus 9 maanden na zijn inschrijving, werd hij praeparatoir geëxamineerd door Ds. Johannes den Bandt van Voorschoten. Bijna gelijktijdig beroepen te Molenaarsgraaf (den 17den Aug. 1744) en te Moerkapelle (den 21sten Aug.), bedankte hij voor eerstgenoemde gemeente en nam hij de roeping aan naar de 2de, waar hij den 6den Nov. bevestigd werd. Hij vertrok van hier naar Sommelsdijk, om er den 12den Jan. 1749 bevestigd te worden. Na van deze gemeente losgemaakt te zijn 27 en 28 Juli 1752, vertrok hij naar Purmerend, (ber. den 21sten Juni 1752), waar hij den 6den Aug. zijn intree hield. Beroepen te Delft (1 Maart 1758) werd hij hier den 30sten April bevestigd. Ruim 20 jaar heeft hij d.t.p. nog gearbeid, tot zijn dood, die hem den 1sten Sept. 1778, na een ongesteldheid van 14 dagen overviel. ‘Hij verkondigde het evangelie zuiver, ijverig en met zegen.’
Van hem zag het licht:
De ministerio Novi Foederis non literae sed spiritus. L.B. 1744.
Litteratuur: Boekzaal 1744b blz. 96, 220, 223, 353 en 635; 1748b blz. 703; 1749a blz. 246; 1752a blz. 717; 1752b blz. 257; 1758a blz. 337 en 596; 1778a blz. 368 en 369.
In het Alb. Stud. Acad. L.B. kol. 998 staat: Joannes Bertling, Coeverdanus 22 T. Volgens deze opgave is hij dus in 1720 of 1721 geboren, terwijl we in de Boekzaal jg. 1778a blz. 369 lezen, dat hij, toen hij stierf, ruim 61 jaar oud was. Afgaande op dit getuigenis, moet hij in 1718 geboren zijn.