[Hendrik Willem Bernsau]
BERNSAU (Hendrik Willem), geboren te Lennep (waar zijn vader Hendrik predikant was) in het hertogdom Berg, ten jare 1717, studeerde aan de academies te Duisburg en Marpurg, werd in 1737 candidaat in de godgeleerdheid, waarna hij nog tal van hoogescholen in Duitschland bezocht. In ons land gekomen, liet hij zich den 5den Oct. 1746 (Alb. Stud. kol. 1014) te Leiden inschrijven; wel zeker met het doel de lessen van enkele hoogleeraren in de theologie aldaar te volgen. Lang is hij evenwel te Leiden niet geweest; want reeds den 3den Maart 1747 werd hij te Franeker, waar hij zich destijds bevond, benoemd tot hoogleeraar in de theologie. Den 3den April 1748 (niet den 13den April 1747, gelijk van der Aa aangeeft, ll. dl. II blz. 437) bevorderd tot doctor in de godgeleerdheid, werd pas den 1sten Mei 1749, gelijk we lezen: ‘solemnelijk geïntroduceert in senatum academicum Wilh. Bernsau SS. Theol. doct. et prof. ejusdem facultatis’, terwijl hij op dien dag met een inaugureele oratie de ratione certi in theologia constituenda zijn ambt aanvaardde. Als aanhanger van de beschouwingen van Andala, bestreed hij de wijsbegeerte van Leibnitz.
Bernsau was een vurig vereerder van Joh. Chr. Wolff's wijsgeerige en theologische beschouwingen. Grooten invloed heeft hij te Franeker niet uitgeoefend. Hij stierf er na een ziekte van weinig weken den 16den April 1763, terwijl de lijkrede over hem, op verzoek der weduwe, gehouden werd door Jacobus Garcin ‘linguae Gallicae prof. en predikant bij de Walsche gemeente aldaar.’
Hij schreef:
Theologiae dogmaticae, methodo scientifica pertractatae. Dl. I. vl. 1 handelt de Deo ejusque attributis en verscheen met een praefatio van Chr. Wolf te Halle in 1745, vol. II de SS. Trinitate et decretis divinis Lugd. Bat. in 1747. Later vervolgd in 1755/56 met eenige hoofdstukken ‘de Creatione et angelis’. |
De ratione certi in theologia constituenda. Fr. 1749. |
Theses selectae de vera Hermeneuticae ratione. Fr. 1751. |
Compendium Theologiae Dogmaticae, methodo scientifica pertractatae. Fran. 1755. |
De revelatorum dogmatum nexu. Fran. 1752. |
Summarium hermeneuticae, sive institutiones hermeneuticae in quibus regulae interpretationis optimae sacri codicis demonstrative sanciuntur et ad usum veritatum theologicorum nee non vitae christianae optentur. Fran. 1758.
Institutiones theologiae problematicae. Onomasticum definitivum.
Litteratuur: Boekzaal, 1763b blz. 626. v.d. Aa, ll. dl. II blz, 437 en 438. Chr. Sepp, Joh. Stinstra dl. II. Amst. 1866 blz. 43 en 44.