Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 1
(1907)–Lambregt Abraham van Langeraad, Hugo Visscher– Auteursrecht onbekend
[pagina 184]
| |
met verzoek om toegelaten te worden tot het examen preparatorium. Extraordinair vergaderd, den 11den Dec. 1625, werd, nadat de getuigschriften gelezen waren, besloten, dat den 8sten Januari 1626 aan zijn verlangen zou worden voldaan. Op den vastgestelden datum werd hij door Bucerus in de voornaamste hoofdstukken ‘der christelicke Religie’ geëxamineerd, doch wegens omstandigheden kon het examen toen niet afloopen, en werd goed gevonden, dat het een week later (den 15den Jan.) zou voortgezet worden. Alzoo geschiedde en hij antwoordde zóó op de gestelde vragen, dat hij werd toegelaten tot de propositie. De 2de maal dat het onderzoek naar zijn bekwaamheid plaats vond, vroeg niet Bucerus, maar Teeling uit Middelburg. Nog in hetzelfde jaar 1626, waarin hij preparatoir was geëxamineerd, werd hij beroepen te Grijpskerke, in plaats van den van daar naar Arnemuiden vertrokken predikant Petrus Ludovicus. In de extraordinaire bijeenkomst van de classis van den 21sten Sept. werd het beroep geapprobeerd en het peremptoir examen vastgesteld op den 7den October, wat echter niet gebeurde; 't geschiedde den 14den. Toen werd hij met Casparus Perduyn, beroepen te Aardenburg, ondervraagd in ‘de voorneemste poincten der h. leere.’ Beiden wisten zulk een genoegen te geven aan de tegenwoordige broeders, dat ze ‘tot den kerckedienst bequaem geacht ende toegelaten werden.’ Anslaer is te Grijpskerke gebleven tot 1635. In genoemd jaar toch, den 4den Februari, werd hij te Middelburg beroepen, als plaatsvervanger van Aegidius Burs en hier den 25sten Augustus bevestigdGa naar voetnoot1). Toen in de classis het bericht kwam, dat Anslaer uit Grijpskerke verroepen was en de kerkeraad van Middelburg de vereischte approbatie vroeg, werd deze geweigerd, omdat niet beroepen was overeenkomstig het aangegane accoord, en werden twee predikanten, nl. Paschasius en Vincentius gelast naar G. te gaan, ‘om den kerken-raedt aen te wijsen dat sij haren predicant niet en behoorden te ontslaen (acta classis Walcheren 1 Maart 1635’). Achtereenvolgens werd deze aangelegenheid ter sprake gebracht in de extraordinaire bijeenkomsten van de classis van den 15den en den 22sten Maart, van den 12den April (art. 4) en van den 10den Mei 1635. Eindelijk kreeg de zaak haar beslag en Anslaer is naar Middelburg gegaan. Reeds in de acta classis extraord. van den 21sten Juni 1635, heet het in art. 5, ‘Is ingebracht de denominatie van die van Grijpskerke gedaen op den persoon van D. Johanne Horenbekio, de welcke vande classe billijck soude connen afgeslagen worden, alsoo die van Grijpskerke tegens order haeren predicant D. Anslarium hadden ontslagen. Doch om alle scheuringen en swaericheden te voorcommen, soo willicht dese vergaderinge de voorseijde denominatie in: daer by verclarende geen prejudicie te willen lijden in de proceduren, acten en actitaten, gehouden tegen die van Middelburg, nopende haere denominatie gedaen op den persoon van D. Anslarium, de welcke met redenen van haer was afgeslagen, maer blijven op haer geheel in tijden en wijlen voor alle vergaderingen te defendeeren, als billijck ende op der kerken order gegrondet.’ Te Middelburg heeft Anslaer zich trouw gekweten van zijn verplichtingen en | |
[pagina 185]
| |
hij was bij de gemeente zeer gezien. Met ijver diende hij haar tot 1672, toen hij eervol uit zijn dienst ontslagen werd. Slechts zeer korten tijd heeft hij van de welverdiende rust genoten, want reeds in 1673 stierf hij. Hij vertaalde: Les estoiles du ciel de l'église sur ces paroles de St. Jean (Apoc. I:16): ‘Et il avoit en la main droite sept étoiles.’ Pierre du Bosc, van wien deze preek afkomstig is, hield ze den 10den Juni 1663 in tegenwoordigheid van de synode, die te Rouaan gehouden werd, te Quévilly, alwaar ze ook gedrukt is zonder opgave van jaartal. De overzetting dezer predicatie zag het licht te Middelburg in 8o., bij H. Smidt, onder den titel: De sterren van den Hemel der gemeynte, opgedragen aan de gecommitteerde raden van Zeeland en de magistraat van Middelburg. Litteratuur: P. de La Ruë: Geletterd Zeeland, 2de druk. Middelburg 1742, blz. 265. Acta classis Walcheren. Ms. Naamlijst der Predikanten, Ouderlingen en Diakenen enz. van Middelburg. Middelburg 1766. blz. 6. |
|