Het groot bescheurboek
(1986)–Wim de Bie, Kees van Kooten– Auteursrechtelijk beschermdEen bloemlezing van de tussen 1973 en 1986 verschenen Bescheurkalenders
[pagina 314]
| |
De zaak Pelleboer-Van der LaakDe zaak is deze, dat de Heer Pelleboer een lachertje is, waar ik niet langer over mag zwijgen in het belang van alle nederlanders die dag in dag uit met Weer te maken hebben, omdat Pelleboer, op Porno na, Staatsvijand numero één is, die de afgelopen drie jaar met zijn metereologisch geraaskal onze economie voor miljarden guldens schade heeft berokkend, honderdduizenden vakanties in het water heeft doen vallen en onmetelijk veel persoonlijk leed heeft toegebracht (onverhoeds wegwaaiende hoofddeksels, zonneverbrandingen, gevallen van bevriezing, etc.) Zijn dat niet wat al te Grote Woorden, Van der Laak? Kun je die beschuldigingen wel hardstaven? Jazeker kan Van der Laak dat! Zet u maar schrap verblinde Pelleboer-gekken! Want u zult over ‘die geestige Groninger’ saillantae te horen krijgen waarvan uw oren, al is het volkomen windstil, in ongeloof zullen klapperen!
Een weerconsument klaagt aan...
O die Pelleboer is toch zo'n leuke, spontane kerel en gut wat kan hij het Weer toch olijk brengen! Kotsmisselijk word ik, van die kop! En steeds vaker schatert het hoofd van deze windbuil ons toe! De Jan Pellehoer van de advertenties! Maar nu is het wel genoeg. Het spel is uit, Pelleboer! En over een paar dagen piep je wel anders! ‘Zo'n leuke stem heeft hij ook; daar wordt ik helemaal vrolijk van...’ zei mijn vrouw Cock gisteravond nog. Cock! Mijn eigen Cock is ‘in Pelleboer’! ‘Wat zie je toch in die kwast, popje?’, heb ik Cock op een nacht gevraagd, want ik kon er op een bepaald moment niet meer van slapen. ‘Ach niks bijzonders Cor’, antwoordde mijn vrouw, ‘trouwens: jij lijkt een beetje op hem, weet je dat?’ Ik op Pelleboer lijken? Ik die al mijn eigen tanden nog heb? Heeft u zich wel eens afgevraagd waarom je ‘Den Pel’ nooit buiten ziet staan als er meer dan windkracht vier heerst? Omdat anders zijn toepet van zijn hoofd afwaait! Wist u dat mijn haar nog nergens op mijn hoofd ook maar dit dunner wordt en dat het toepet van Jan Pelleboer het duurste haarstuk is dat ooit in Nederland werd vervaardigd? Van die dingen ja, van die dingen!
Cor van der Laak
Jan Pelleboer
Het geval Pelleboer werd mij definitief teveel op Sinterklaasavond van het vorig jaar, toen ik ‘Van Sint’ die ‘Weerkalender’ van Pelleboer cadeau kreeg. En omdat Ab weer eens te lamlendig was geweest om pakjes te maken, kon ‘Sint’ niemand anders zijn dan Cock, die donders en bliksems goed wist hoe zij mij met deze surprise op stang zou jagen...
Mijn Cock, luisterend naar Pelleboer, op de radio...
N.B.: Door een buitengewone stommiteit zijn op deze pagina de onderschriften bij de foto's verwisseld! Het moet natuurlijk net andersom: die jongste van de twee heren (die met al zijn eigen haar nog) ben ik; de ander is de heer J. Pelleboer. | |
[pagina 315]
| |
Ik scheur die Pelleboer-kalender nu bijna negen maanden en ik trof er tussen al die blaadjes nog niet eentje waarvan ik, aangaande het Weer van 1984, ook maar een graadje wijzer ben geworden! Pelleboers werkwijze is mij inmiddels zonneklaar: de man heeft maar wat uit zijn duim gezogen, daarna deze natte vinger in de lucht gestoken, vagelijk gevoeld uit welke hoek de wind waaide en vervolgens mooi weer gespeeld met zijn ‘guitige’, van het beeldscherm bekende bakkes! (Terwijl ik de Sint nadrukkelijk had gevraagd om de Enkhuizer Almanak 1984 - ook geen onfeilbaar voorspellend medium, maar, vergeleken bij dit opportunistiese flutwerkje van ‘Jantje’ Pelleboer, zonder meer een Bijbel van Nauwkeurigheid!) Pelleboer kakelt maar wat, mengt hier en daar een oud jaartal en een regionale volkswijsheid tussen zijn gebazel en denkt dat Nederland zijn volkomen onwetenschappelijk gepopulariseerde weersvoorspellingen wel voor zoete koek zal slikken...EN DAT DOET DIT VOLK DAN OOK!! Het is dit jaar nog niet één keer het Weer geweest wat Pelleboer voorspelde! En wie roept deze gladjanus daarvoor ter verantwoording? Wie tracht de noodlottige gevolgen van Pelleboers kant noch wal rakende prognoses te voorkomen? Wie vangt al die in hun weersverwachting teleurgestelde kijkers, luisteraars en lezers op? Wie grijpt hier eindelijk eens in, met een krachtig ‘HO PELLEBOER!’? Niemand! De Bilt niet, Ukkel niet, TNO niet, de FIOD en de BVD niet! Niemand niet! Waarom niet? Omdat Weervoorspellers, generaals, economen en bankiers NOOIT ter verantwoording worden geroepen in dit land! Nooit worden zij bestraft voor hun foutieve calculaties; wanneer zij het achteraf bij het verkeerde eind blijken te hebben gehad, kunnen zij de schuld altijd schuiven op ‘de zich onverwacht gewijzigd hebbende omstandigheden’ en geen haan die naar hun amateurisme kraait! Is het u nooit opgevallen hoe negatief over het algemeen die weersvoorspellingen van Pelleboer zijn? En weet u waarom? Hierom: DAN KAN HET NAMELIJK ALLEEN MAAR MEEVALLEN!
Begrijpt u nu hoe duivels ‘het systeem Pelleboer’ werkt? WANNEER HET WEER BETER IS DAN PELLEBOER HEEFT VOORSPELD (EN DAT IS HET VRIJWEL ALTIJD), DENKT HET GROTE, DOMME PUBLIEK DAT HET AAN PELLEBOER TE DANKEN IS DAT HET WEER TENMINSTE NIET ZO SLECHT IS ALS PELLEBOER VERWACHTTE! ‘Fantastiese man, die grappige Groninger; die zorgt toch maar voor mooi weer!’ Natuurlijk werken Pelleboers voorspellingen ook wel eens andersom: herinnert u zich nog dat door niemand (behalve dan door mij) aangekondigde sneeuw-weekend dat ons in april overviel? En weet u nog wat Pelleboer de vrijdag tevoren in Tros Aktua kraaide? ‘Een prachtig weekendje om er eens heerlijk op uit te trekken met de caravan, dames en heren!’ Jaja! Maar wie kon, terwijl hem de oren van zijn hoofd vroren, zaterdagmorgen vroeg met de megafoon de straat op om de Bloemenbuurtbewoners op het hart te drukken maar liever thuis te blijven? Juist: uw Cor van der Laak! Nu zult u, niet beter wetend, zeggen: ‘Waar maakt die Van der Laak zich toch zo druk over? Het gaat toch om niet meer dan om Het Weer? En het weer is er toch alleen maar om over te emmeren? De Heer heeft toch gezorgd dat er ‘Weer’ was opdat de mensen iets te bepraten zouden hebben? ‘Láát die Pelleboer toch zijn Grunningse verhaaltjes spuien - wat zou dat?’ Dat zou bij voorbeeld dit (en dan moet het hoge woord er nu maar uit): Jan Pelleboer kòmt helemaal niet uit Groningen! Pelleboer heeft zichzelf een noordelijk accent aangemeten om den volke af te bluffen! Diep in ons gecultiveerde wezen sluimert immers de hunkering naar het aardse, het simpele en het provinciale, en het zijn figuren à la Koekoek en Pelleboer die dit ontzag voor ‘het gewone’ op gewiekste wijze hebben geëxploiteerd! Als Pelleboer uit Groningen komt, dan kom ik uit Timboektoe! Laat mij hier dit boekje over open doen: Jantje Pelleboer komt gewoon uit Delft, net als ik! Samen hebben wij de Openbare Lagere Prinses Wilhelmina-school bezocht, in de Botersteeg, en samen doorliepen wij de Bep Bakhuys-HBS op het Jan Thoméeplein! Dat was dezelfde school waar ik mijn Cockie leerde kennen, die twee klassen lager zat... Leer mij Jantje Pelleboer kennen! Kijk - rijk waren wij geen van allen in die dagen en evenmin zijn wij ooit echt Jong geweest (daar was toen eenvoudig geen geld voor), maar dat Jantje Pelleboer 's zomers steevast te dik en 's winters, geen dag uitgezonderd, te dun gekleed ging, lag beslist niet aan het inkomen van zijn ouders, doch uitsluitend aan de eigengereidheid van ons aankomend weerkoninkje zelf! Want toen al, ik spreek nu van de jaren dertig, gedroeg de heer J. Pelleboer zich alsof hij het Weer, de Wijsheid en alle Winden persoonlijk in pacht had... | |
[pagina 316]
| |
Jantje Pelleboer! Ik zie hem nog staan op ons schoolplein, met die eigenwijze harses van 'm, temidden van een gretige kring klasgenootjes... ‘Wat denk jij, Jan?’ vroegen ze dan, ‘wordt het goed voetbalweer, vanmiddag?’ En dan keek Pelleboer gewichtig naar boven, kneep zijn onbetrouwbare ogen halfdicht, likte aan zijn vinger, stak hem in de lucht en piepte in het plat-Delfts: ‘ja hoor jongens, dat wordt straks picobello weertje!’ Waarop wij juichend onze tassen de lucht in wierpen en ons naar huis haastten, om ons om te kleden in sporttenue...
Maar een half uur later ‘op het landje’ hadden we nog niet afgetrapt, of het begon met bakken uit de Delfse hemel te plenzen! Dàt was Jantje Pelleboer. En het spreekt vanzelf dat meneer nooit meevoetbalde. Voetbal? Pelleboer had wel belangrijker zaken aan zijn hoofd! Cockie, bij voorbeeld...Wat er in die HBS-jaren precies is voorgevallen tussen Cock en Pelleboer, heb ik nooit kunnen achterhalen. Cock ‘liep’ met mij (Cor), maar vanaf de vierde werden Pelleboer en ik gesplitst - Jan ging naar 4b en ik naar 4a (de betere leerlingen). Onze lesroosters verschilden, zodat Pelleboer, zoveel is zeker, op sommige dagen al vrij was wanneer ik nog het een of ander proefwerk moest afleveren. In elk geval heeft Cock verschillende fietstochten met Pelleboer gemaakt in de contreien van Delft - zogenaamd om door onze weerkundige medewerker op ‘interessante wolkenformaties’ te worden gewezen. Na zo'n uitstapje moest ze altijd een paar dagen het bed houden, omdat het halverwege zo'n rit steevast begon te gieten. ‘Ga je mee vanmiddag een eind fietsen Cockie?’ ‘Denk je dan dat het mooi weer blijft, Jan?’ ‘Geen twijfel mogelijk Cockie; vertrouw maar op Jan Pelleboer!’
Wat was toch de magie van dit minne mannetje? Op den duur richtte zelfs de HBS-directie zich bij het bepalen van data voor schoolreisjes, sportdagen en ijsvrij naar de weersvoorspellingen van leerling Pelleboer. En hoewel de dooi onmiddellijk inzette wanneer Pelleboer een Schaatsfeest adviseerde; hoewel de bussen tot hun assen door de plassen moesten ploegen op de dagen die Pelleboer als ‘ideaal’ voor het schoolreisje had aangewezen en alle leerlingen van de jaargang 1946 nog met huiver terugdenken aan die door Pelleboer geopperde datum voor ‘een stralende sportdag’ (toen de bliksem in de doelpalen sloeg) heeft, tot dit moment, niemand ooit de moed gehad een vraagteken te plaatsen bij de autoriteit van Jan Pelleboer. Hij kon er niks aan doen: ‘als het weer niet plotseling was omgeslagen, zou zijn voorspelling zeker zijn uitgekomen!’ Ziedaar de waanzin van het hele begrip ‘Weerkundige’ in een notedop! Nederland is zó klein dat we hier op ieder cultureel en wetenschappelijk terrein maar ruimte hebben voor 1 specialist, die dit, zonder dat hij zijn kwaliteiten periodiek opnieuw hoeft te bewijzen, van de wieg tot het graf mag blijven. We hebben Titulaer voor de Ruimtevaart, Gisolf voor de Geneeskunst, Faber voor de Vrede, van Collem voor de Film, Hiltermann voor het Buitenland en Pelleboer voor het Weer - tot hun dood ons scheidt! Ziezo. Ik hoop dat mijn verweer zal bijdragen tot een kritieser volgen van het fenomeen Pelleboer. Het Weer is een te groot goed om exclusief over te laten aan ‘Jan-met-de-dikke-duim’. Het Weer is van ons allemaal! Dit weertje van vandaag is ook úw weer! En wanneer dit ‘schot voor de Pelleboeg’ bijdraagt tot Beter Weer in het algemeen, is mijn woede niet om niets geweest. Hoe intens de relatie tussen Cock en Pelleboer destijds was, hoef ik niet te weten, tenzij er onder u zijn die mij daar bij toeval wat meer van kunnen vertellen. (Zelf zegt Cock alleen maar dat zij zich met Pelleboer ‘een paar keer in de wolken’ heeft gevoeld. In de WOLKEN ja - dat laat zich raden!) Mag ik u intussen een weertip van mijn oude oma doorgeven? Het wordt Mooi Weer wanneer er tussen de wolken zoveel blauw zit ‘dat je er een hemd van kunt knippen’! Uw Cor van der Laak (Hoofd Weerbaarheid Bloemenbuurt)
Wat het weer ook is - in dit huwelijk schijnt altijd de zon!
|
|