Dagboek van een rij-instrukteur
Maandag
Oude van Swieten opgehaald voor wekelijks uurtje Achteruit Parkeren. Grote genade: hoe lang geef ik die sul nou al les? Rechtsaf gaat nu wel, maar linksaf en parkeren nog hopeloos. Hij is ook zo doof als een kwartel. Maar geld geen probleem. Zwaait aan eind van les deur weer eens open zonder in achteruitkijkspiegel te hebben gekeken.
's Avonds fietser opgezocht in RK Ziekenhuis, met bloemetje namens Rijschool. Directie verzocht om grotere L die ik op dak kan zetten als ik met van Swieten les. Policy van direktie echter er zo min mogelijk leswagen-achtig uit te zien, wat publiek wil. Als we '83 in zijn geheel aan de hellingproef besteden, moet de man medio '85 af kunnen rijden. Morgen nieuwe leerling.
Dinsdag
Nieuwe leerling meteen om negen uur. Mejuffrouw B. Zij is secretaresse maar heeft ruime mogelijkheden voor lestijd.
‘Ik ben zeer flexibel’, zei ze. Ze draagt geen ring.
‘Kunt u al een beetje rijden? vroeg ik, laat u maar eens zien wat u in huis heeft.’
‘Bedoelt u dat letterlijk of figuurlijk?’ vroeg ze en daarbij lachte ze zo hoe zal ik het zeggen. Liesbeth heeft in elk geval nog nooit zo gelachen. Die kàn niet eens zo lachen. Realiseerde me dat ik in 26 jaar lespraktijk nog nooit iets met een leerlinge had gehad. Ik zou meteen afrijden voor haar kunnen aanvragen, maar moet het zien te rekken.
Donderdag
Ik ben voor het eerst van mijn leven verliefd op een leerlinge! Ik zet haar vóór van Swieten, want dat geeft me de energie om dat uur door te komen. Vanmorgen het voor de bocht terugschakelen met haar doorgenomen, waarbij steeds hand op haar hand kon leggen voor zogenaamd korrigeren versnellingshandle. Wil theorie met haar niet op zaak maar in auto zien te doen. Koud maar aanblazer aan en stationair draaien. Zij draagt geen beha, dat heb ik ook gezien. Onweerstaanbare vrouw! Stel drie lessen per week voor. Zij vindt dit goed!
Maandag
Ik heb haar gekust en ze deed mee! Ik ben volkomen in de wolken en in de war. Wist niet dat twee mensen zo konden zoenen. We stonden aan de rand van de Buitelerhei, waar je eigenlijk niet mag parkeren. ‘Wat is een rood bord met een witte balk?’ vroeg ik. ‘Wat krijg ik voor het goede antwoord?’ vroeg ze. ‘Een kus’, zei ik. Het was eruit voor ik het wist. Ze trok zo'n pruillip à la Brigitte Bardot en ze zegt:
‘Eenrichtingsverkeer.’ Ik buig me naar haar toe en ik kus haar frontaal op haar heerlijke mond. Als zij 28 is ben ik pas 62, heb ik gisteravond, naast Liesbeth liggend, uitgerekend. Met mijn vrije hand probeerde ik de handgreep van haar verstelbare rugleuning te pakken om, wat de jongere instrukteurs ‘de Roltoer’ noemen te maken: links uit de flank in één beweging bovenop de leerling wentelen. Maar juffrouw B. duwde mij zachtjes terug en zei: ‘Het betekent dus eigenlijk: Verboden in te rijden’.
Wat een vrouw! En wat stond mij nog allemaal voor heerlijks te wachten!
Woensdag
Ik heb kloofjes in mijn lippen van het zoenen. Tegen Liesbeth heb ik gezegd dat het de winter is. ‘Zullen we vrijdag de volgende les doen?’ vroeg ik. ‘Dat is goed’, zei ze, haar blouse weer in orde makend, ‘want ik ben benieuwd waarom die L op jouw dak eigenlijk zo groot is.’ Ik wéér niks in de gaten! Ik moet nog altijd wennen aan de directheid van deze generatie. Hoe groot mijn L is! Dus ik antwoord keurig dat dit mede met het oog op de volgende leerling is gedaan. Ik moest van Swieten namelijk ophalen en we waren al te laat, dus dan maak je ‘een kangoeroetje’, zoals wij dat in de rijschoolwereld noemen: de nieuwe leerling rijdt, met de instrukteur naast zich, de leerling van het vorige lesuur naar huis. Ik laat B. dus naar van Swieten rijden, de hele weg ik met mijn hand op haar dijbeen en af en toe lacht ze naar me; ik voel me een schooljongen. We stoppen voor zijn deur, ik bel aan, van Swieten komt naar buiten, B. houdt haar portier voor hem open, ik stel ze aan elkaar voor, van Swieten gaat achter het stuur zitten, ik ernaast en mijn B. achterin, haar benen hoog over elkaar geslagen. Ik leg van Swieten uit hoe we naar haar kantoor moeten rijden. Van Swieten start, zet de Honda in zijn derde versnelling en stuitert weg. Ik korrigeer hem achteloos en steek haaks mijn rechterhand achter mijn rugleuning langs, waar B. hem vastpakt en even knijpt. Zo stonden we even stil voor de spoorbomen en zag ik in mijn achteruitkijkspiegel hoe B. koel terugkeek in de achteruitkijkspiegel van Van Swieten, die haar kwijlend aan het beloeren was. Van wat er daarna gebeurd is weet ik niets meer. Alleen de klap. Hoe vaak waren we die spoorwegovergang nou al niet overgestoken en hoe vaak had ik van Swieten niet gewezen op het bord: Wacht tot het rode licht gedoofd is, er kan nog een trein komen! Omdat de trein net op gang kwam, en van rechts, bleef van Swieten ongedeerd en ook B. had geen schrammetje. Ik moet
hier zeker nog een half jaar liggen. Er was vanmorgen een fruitmand namens van Swieten en zo'n uitvouwbare beterschapskaart van mejuffrouw B., die erbij schreef dat ze verder lest bij Rijschool Euroquick. Er staat zo'n pinupverpleegster op die een thermometer uit een spichtig mannetje trekt en zegt: ‘Gek dat mannen altijd verhoging krijgen als ik ze temperatuur!’