Het Simplisties Verbond kent eigenlijk maar één probleem: hoe bereiken wij de Gewone Man, de Man in de Straat, de Mensen aan de Basis, de Kansarmen, de Mannen en Vrouwen van de Onderkant, de Minder Ontwikkelden. Houden zij zich; net zo intensief als wij, bezig met vraagstukken betreffende de Mens, het Leven en de Dood?
Wij hebben een paar gewone mensen gevraagd over die problemen van gedachten te wisselen. Laten wij luisteren naar wat zij te zeggen hebben, hoe zij de dingen bespreekbaar maken en hoe dat overkomt, zodat wij daar weer op in kunnen spelen. De heer F. Jacobse is de zwager van onze Verbondshuishoudhulp, de heer Tedje van Es is zijn buurman.
F. Jacobse |
: Ik heb een paar kernvragen aan de gewone man opgeschreven, die ik jou graag zou stellen, Van Es. Eerste vraag: geloof jij in een Godsbestaan? |
Tedje van Es |
: Kijk: dat is nou net zo onzinnig als wanneer je mij zou vragen of Feyenoord nog kampioen kan worden. Dat zijn dingen die niemand weet. Dus is het onzin om daar toch over te beginnen. |
F. Jacobse |
: Vanuit dat niemand-weten, bedoel je. |
Tedje van Es |
: Ja. Laat ik 't zo zeggen. ALS Feyenoord tòch nog kampioen wordt dan bestaat er voor mij geen God. |
F. Jacobse |
: Maar Van Es: zou jij het willen? Zou het jou meer houvast in dit leven geven, wanneer jij wist dat er een God bestond? |
Tedje van Es |
: Ja, maar dan moet het dus wel een God zijn van een ander kaliber dan deze die we nou hebben zeg! ik bedoel: van deze God weten we geeneens of ie eigenlijk wel bestáát! |
F. Jacobse |
: Dat is vrij absurd wat je daar zegt. Heb je Camus in huis, Van Es? |
Tedje van Es |
: Camus? Kom nou! Nee hoor, gewone Vieux, van Parade. Maar als jij mij vraagt: wil jij dat er een God bestaat, dan zeg ik: prima. Maar dan ook een God waar je wat van merkt en waar je wat aan hebt. Die ook niet te beroerd is om af en toe 's in te grijpen. |
F. Jacobse |
: Je bedoelt God als Zekerheid, als Het Goede, die de dingen bij mekaar houdt? |
Tedje van Es |
: Ja, en dattie bijvoorbeeld, nou met zo'n oliecrisis, eens hier en daar een nieuw bronnetje laat spuiten. |
F. Jacobse |
: Je bedoelt als bevestiging der Goddelijke Openbaring? |
Tedje van Es |
: Nee, gewoon als service van de BV God aan de gewone man. Dattie zonder benzinebonnen kan blijven rijden, in z'n tweedehands-Volvo, waarmee die 's avonds naar een karweitje moet, omdattie anders onmogelijk een nieuwe Volvo bij mekaar kan krijgen! |
F. Jacobse |
: Je had 't daar over de BV God. Daar spreekt een bijzonder pragmatisch Godsverlangen uit. Zie ik dat goed, Van Es? |
Tedje van Es |
: Ja, kijk, als er een God moet zijn, en als ie komt - wat ik helemaal niet uitsluit, want ze zijn technisch zó verschrikkelijk knap tegenwoordig - dan wel graag een keiharde God met een Grote G. Een God waar je U tegen zegt. |
F. Jacobse |
: Ah, dus jij hunkert naar het kinderlijke, geruststellende Godsbeeld van de oude wijze man met de lange witte baard? |
Tedje van Es |
: Nee, schei uit, dat is toch niks geworden, met die ouwe man? Nee, de mensheid heeft een manager nodig. Mijn ideale God zou dus een kruising zijn tussen de oude Willem Drees, Cor Coster, Marlon Brando en Gerrie Knetemann. |
F. Jacobse |
: Wat ik daar in mis, is God als mogelijke projektie van de Vrouw. |
Tedje van Es |
: Jaja. Nou, dan om die vier heen het lichaam van Sylvia Kristel en het haar van Martine Bijl. |
F. Jacobse |
: Maar zolang jouw Ideale God niet haalbaar is, zul jij toch, in jouw aanvaarding van het leven, uit moeten gaan van de existentie van jouw menselijke situatie. |
Tedje van Es |
: Dat is waar, maar daarom begin ik elke dag ook met een enorme Vitamine C Bruistablet. |
F. Jacobse |
: Maar hoe zie jij dan de mens? |
Tedje van Es |
: Je bedoelt ná die bruistablet? |
F. Jacobse: |
Nee de mens als mens. Hoe zie jij die? |
Tedje van Es |
: Ik zie de mens als medemens èn als Etterstraal. |
F. Jacobse: |
En ben jij zelf, in je exponentaire zelfbeleving óók Etterbuil en Medemens, Van Es? |
Tedje van Es |
: Natuurlijk! Ik ben zó'n peer én tegelijk een verschrikkelijke Klerelijer. |
F. Jacobse |
: Dus er is geen constante in jouw zedelijk waardebesef aan te wijzen? |
Tedje van Es |
: Dat hangt er elke keer opnieuw vanaf, wat goed of kwaad is. Voorbeeldje: ik sta gisteravond in een badkamer in Zuid, een nieuw plafonnetje te stuuken. De man die mij daar driehonderd gulden zwart voor betaalt, moet naar een vergadering. Ik ben dus alleen met dat vrouwtje, en dat vrouwtje maakt avances. Ga ik daar nou op in, dan zegt mijn zedelijkheidsbesef: hoho, dat kan niet, dat is Niet Goed. Maar aan de andere kant, betaalt d'r man mij zwart en dat is ook Niet Goed. Dus: dan is het mijn menselijke opdracht om die Twee Kwaden te verzoenen! |
F. Jacobse |
: Nou, kom op, Van Es, hoe heb jij die twee kwaden verzoend? |
Tedje van Es: |
: Nou, ik heb een piepgaaf plafonnetje in die badkamer geborsteld, ik heb dat vrouwtje gegeven waar zij om vroeg, máár: ik heb haar man achteraf géén BTW berekend. |
F. Jacobse |
: Maar Van Es: bij zwart werk is er toch helemaal geen spráke van BTW? |