Oorsel
‘In iedereen allebei zijn oren huist Oorsel. Oorsel is helemaal geen schande doch een soortement okergeel Koeksel, dat dagelijks wordt klaargebakken uit stof, gestolde zeep, uitlaatgassen en vervuilde taalresten. Tot in de hoogste kringen zijn wij het erover eens dat Oorsel regelmatig dient verwijderd. De vraag is alleen: Hoe. Er zijn instrumentjes toe uitgevonden die geen van alle deugen. Deze officiële “oorschepjes”, verkrijgbaar in de betere Tutzaken der grote Wereldsteden, gaan uit van een foutief principe. Scheppen veronderstelt immers een Verticale Beweging. Wil het Oorschepje zijn taakje dus goed verrichten, dan moet men uw hoofd op één oor op zijn kant plaatsen. Nu is het mooie van Oorsel dat het bij zijn Teveel een waarschuwende Jeuk afscheidt. Dit Jeuken is tevens uw startsein tot Peuteren. Deze drang treedt altijd overdag op, wanneer wij ons in een zittende of staande houding bevinden: aan tafel, in vergadering of voor een rood stoplicht. Wij dienen ons Oorsel dus met een Horizontaal, effectief hanteerbaar voorwerpje te lijven, dat is klontklaar.
Bezien wij wat hiertoe voorhanden is, dan valt ons eerste oog op de Pink. Helaas ken ik uw Pink niet, maar het moet wel een heel spichtig exemplaar zijn wanneer u daar al uw Oorsel mee uitkrijgt. Akkoord, er blijft enig Spulletje tussen nagel en vingertopje klijven maar aangezien de pinktop, bij mij tenminste, het oorschelpgat geheel opvult, kun je er eigenlijk niet meer mee doen dan maar een beetje plompverloren ronddraáien, wat niet het tevreden gevoel geeft dat men gedegen aan het Oorhozen is. De pret van het ware peuteren schuilt immers juist in de speelruimte die het gehanteerde instrumentje ons laat: de eigenaar moet in zijn Oor zo ruimschoots mogelijk op en neer en heen en weer kunnen manoevreren: hij moet het gevoel krijgen er iets voor te dòen. Een lucifertje dan wellicht? Kan, maar is niet ideaal. Zeker niet dat platte typje, want dat breekt en raspt tezeer. Dan liever de gewone standaardlucifer, de Tändof Orstickor genomen. Niet met de zwavelkop uw hoofd binnendringen, maar met het andere uiteinde graag.
Ook niet, zoals zich onbespied wanende dames wel doen, met een zakdoekje om de lucifer gevouwen, maar gewoon huppekee met het blanke hout naar binnen. Kunnen we tenminste zien wat we naar buiten scheppen. Want daar gaat het ons om, geef het nu maar toe. Zo'n zakdoek eroverheen neemt de Pret om het zichtbaar behaalde Oorsel weg, doordat uw kostelijke smurrie ogenblikkelijk door het textiel wordt opgezogen. De grootte van de gele vetvlek geeft wel enige aanduiding omtrent de mate van uw schepsel, maar veel vrolijker is het een waarlijk Kluitje Oorsel te begroeten. Vroeger draaide tante een puntje aan haar zakdoek en trachtte daar haar damesoortje mee schoon te krijgen, maar zo'n puntje bleef natuurlijk veel te slap en liet zich niet gericht naar binnen sturen. Dus daar doen wij niet aan mee, met die precieuze onzin.
Dèlven willen wij: grote Klonten Oorsel uit de gehoorschacht naar buiten zwoegen en terwijl wij schurkend en zachtjes grommend peuteren schiet ons gezicht in een grimas van Genot waarbij wij één mondhoek optrekken in de richting van het niet bewerkte oor terwijl wij geknepen aan het gesprek blijven deelnemen, want anders zouden wij wel erg onbeleefd zijn. Lucifertje kon dus, maar ideaal was het niet.
Een ander gangbaar lapmedium is de drukknop aan de bovenzijde der mindere ballpoints. Oorsel en Plastic verdragen elkander echter slecht: het plastic knopje “pakt” niet echt en wederom ziet de peuteraar niet in één oogopslag wat zijn oor allemaal bevatte.