hoofdbrekens voortstruikel op gewone schoenen inmiddels weer, want die Boots of die Poots of die Woods daar ben ik van afgestapt aangezien ik de ander wéér niet haaks in zijn ogen keek maar nu aan zijn haargrens bleef steken. Maar zoals nogmaals: dat geeft nu allemaal niks meer, omdat ik Directeur ben en Goeverneur voor heel België.
En zoudt u, daar in Holland, dan nu even onderstaand krabbeltje van onze grote gang willen bekijken?
Wel: u zult het niet willen geloven, maar dit gedrag was hier in België heel normaal! Ze liepen door deze gang, voorzien van mapje of papier, tientwintigmaal per dag, ze hoorden twintigdertig meter achter zich klikklak-klikklak en dan stelde zo'n man zich stralend op aan de dubbele klapdeur en hield er al die tijd eentje open; terwijl als hij gewoon was doorgelopen, dan had hij alweer heerlijk aan het werk kunnen zijn.
Beleefdheid kost niks, zeiden ze hier, maar ik heb dat eens even elektronisch nagerekend, voor hoeveel mangeld er per dag aan deuren voor elkaar werd opengehouden. Een nieuwe Opel Kadett Mevrouw!
Dus heb ik twee witte, fosforescerende verfstrepen dwars over de gang laten trekken, op vijf meter afstand van beide dubbele klapdeuren. Naderen onze mensen thans een klapdeur, dan kijken zij snel om naar een eventuele achteropkomer en blijkt deze de “beleefdheidsgrens” van vijf meter nog niet gepasseerd, dan stappen onze mensen keihard, zonder verder omkijken door de klapdeur en laten deze ijskoud voor de naderende neus dichtzwiepen. Efficiency. Blijkt de medeganggebruiker vanzelfsprekend voorzien van een gebaksdoos (verjaardag!) of heeft hij geen armen, dan spreekt tevens vanzelf hoe de klapdeur even wordt opengehouden en elkaar normaal gegroet. Blijkt, na omkijken, de achteropligger zich reeds binnen de vijfmetergrens te bevinden, dan hebben mijn mensen twee mogelijkheden. Zij gedragen zich als figuur B, of figuur C en bezwiepen met naar keuze linkerhand of voet de volger een symbolische passeermarge.
Wanneer deze houdingen bij onze mensen goed “er in” zullen zitten is het tijdverlies te verwaarlozen, vooral omdat spreken tijdens of na de doorlaat verboden is.
Ander voorbeeldje. Stel er naderen twee mensen de dubbele glazige deuren van weerszijden. Hoe vaak ontstaat in zo'n geval niet de onderstaande, minutenslurpende patstand, waar een derde (poes, dwerg, tennisbal) graag gebruik van zal maken?
Beste mensen: ze deden hier maar wat. Dat zwalkte maar zo'n beetje links en rechts door de gang (verjaardag). Er waren Belgen bij die op twee, drie meter van de dubbele klapdeuren nog niet wisten welke helft ze zouden gaan openen. Die elkaar maar een beetje stom bleven toelachen door het glas heen, terwijl ze alsmaar dichterbij kwamen! Waar denkt u dat die naam Klapdeur hier vandaan is gekomen? Dus wat heb ik ze geleerd? Rechts houden. Elk opent vooruitduwend, zijn eigen rechter deurhelft en vervolgt zijn weg naar afdeling of anderszins. ZONDER NEURIËN.
Zelf zit ik de hele dag middenin de gang op een klapstoel zogenaamd te lezen, maar intussen door loutere aanwezigheid te zorgen dat ze allemaal stevig doorstappen en de dubbele glazige klapdeuren zonder tijdverlies “nemen”. Totdat ik Bie zie aankomen natuurlijk. Dan vlieg ik overeind om hem open te houden. Want het mag dan maar België zijn maar dit is wel degelijk Buitenland. En het blijft hartstikke leuk om elkaar daar te zien.’
Koot
‘Een optimaal, intens onderling contact tussen zijn eigen lichaamsdelen blijft bij de moderne mens beperkt tot zijn handen die zijn voeten vrij van standzand vegen, vlak voor de sokken aangaan. Maar doen uw voeten wel eens iets voor uw handen? Daarom dient de Manicure meer, veel meer dan de Pedicure te verdienen!’
Prof. Dr. Ir. J.H. het Mannetje, op een landelijke protestbijeenkomst van Christelijke Manicures (De Christelijke Manicure vraagt een Christelijke Prijs!) in de Jaarbeurshallen te Utrecht.
‘Geblinddoekt slaagde ik erin, mij louter verlatend op mijn tastzin, om uit driehonderd representatieve damesknieën de extra gespierde paartjes te halen waartussen jarenlang een Handkoffiemolen geklemd had gezeten. Al deze knieën bleken (wat ik immers wilde bewijzen) toe te horen aan nederlandse vrouwen van minimaal 57 jaar.’
Prof. Dr. Ir. J.H. het Mannetje, op een lezing voor de vrijwillige brandweer van Hoge en Lage Vuursche.
In nieuwbouwwijken hangen de vrouwen des huizes heel vaak gebreide of gekantkloste zonnen voor de ramen. Dit gedrag komt voort uit een wanhopige onbewuste impuls het begrip ‘doorzonwoning’ nog enigszins reliëf te geven.
Prof. Dr. Ir. J.H. het Mannetje