| |
| |
| |
Vier interviews
1.
‘Goedenavond, ik sta hier in Psychofantasmachoropolis en dat is een nieuwe naam voor een oude onderwijsinstelling, die sinds de komst van direkteur Sjaak Straal struktureel volledig is herzien. Sjaak, het lesprogramma is nogal veranderd, hè?’
‘Ja, sorry, maar “lesprogramma” vind ik net zo'n onmogelijk woord als opleiding, leraar en eindexamen. Psychofantasmachoropolis is een gebouw geworden waar iedereen van 7 tot 77 vrijelijk in en uit kan strietsen, als' ie maar een schort voor en muts op heeft.’
‘Je zou Psychof, geen banketbakkersschool meer willen noemen?’
'O nee, het is een plaats waar iedereen zich kan ontdoen van de conditioneringen die in géén sektor, dacht ik, zó aanwezig zijn als juist in de banketbakkershoek. Toen ik hier directeur werd, wist ik echt wel hoe een moorkop in elkaar zat, maar het leuke is dat ik al dát soort zekerheden volkomen ben kwijt geraakt.
| |
2.
‘Terug in Psychofantasmachoropolis, de banketbakkersschool nieuwe stijl. En dan praat ik nu even met de heer Hus, docent slagroomspuiten.’
‘Ho, ho dat “docent” vind ik een rot woord. Ik ben begeleider. Ik begeleid dus de eh.. eh..’ ‘Leerlingen?’
‘Hè nee, rot woord, de eh...aanwezigen, ik begeleid dus de aanwezigen op hun ontdekkingsreis door de roomwereld en, dat is het leuke, zij begeleiden mij net zo goed en zo groeit er een heel fijn banketklimaat, vanwaaruit hele leuke punten worden gebakken. Het gaat erom dat de deelnemers (ook een rot woord trouwens) bakkenderwijs met zichzelf worden gekonfronteerd en met elkaar èn met mij. We krijgen hier mensen die nog geen pollepel kunnen vasthouden en een puddingstukje in de oude technocratische opvatting zal er nooit uitkomen, maar dat geeft ook niet, want het gaat om het pure plezier van het bakken zélf.’
| |
3.
‘Dan sta ik nu in de workshop tompoezen en het eerste wat me opvalt is, dat hier duidelijk sprake moet zijn van een totaalgebeuren. Er wordt een beroep op alle zintuigen gedaan, er zijn lichteffekten, een tiental strobocopische oventjes en iedereen is op een ongelofelijke manier bézig, ik kan het niet anders zeggen. Waar ben jij bijvoorbeeld mee bezig, joh?’ ‘Ja, ik vroeg me af, waarom de bovenkant van tompoezen altijd roze zouden moeten zijn, dus wat ik met deze gróene deklaag eigenlijk bedoel te zeggen is, dat een eventuele eter 's over dat soort dingen gaat nadenken.’
‘Wat hier vervaardigd wordt is dus wél voor konsumptie bedoeld?’
‘Nou nee, want dan plaats je het gebak meteen weer in zo'n hokje hè. Een schuimtaart kan ook heel fijn zijn om naar te kijken. Een rol beschuit is heel fijn om ook 's te verkruimelen. U moet Psychofantasmachoropolis niet zien als een toeleveringsinstituut voor de konsumptiemaatschappij.’
| |
4.
‘Nog even terug bij direkteur Sjaak Straal. Sjaak, het gemiddeld aantal leerlingen per kursusjaar...?’
‘Mmm, dat zijn een hele serie rotwoorden achterelkaar, je bedoelt, hoeveel mensen er af en toe binnen zijn? Dat hangt er van af. Als het regent druppelen er hier zo'n mannetje of 100 binnen en schuilen is natuurlijk ook een vorm van bezig zijn. Eens in de maand dan werken we met z'n allen een paar dagen aan één reusachtige grote hazelnoottaart en dat trekt natuurlijk altijd veel smikkelaars. Maar ja, die zijn ook welkom, want smikkelen is uiteraard ook een vorm van bezig-zijn-metgebak.’
‘Het subsidiepunt, Sjaak?’
‘Ja, subsidie vind ik een rotwoord, ik zou het poen willen noemen en dat krijgen we dus veel en veel te weinig. De gemiddelde banketbakkersschool krijgt wel 2 à 3 miljoen per jaar, maar wij moeten draaien van het statiegeld van de lege roomflessen en dat is veel te weinig.
| |
Velen met ons
Omdat wij geen afwasmachine hebben en ook verder erg voor de milieuhygiëne zijn, valt het ons steeds weer op dat er aan een theedoek maar één lusje zit. Als men hem op wil hangen, zit dat lusje bovendien altijd op de allerlaatste hoek. Zou het nu niet mogelijk zijn dat de theedoek-fabrikanten de koppen eens bij elkaar steken en een theedoek met op elke hoek een lusje ontwikkelen? Heel veel vrouwen en...mànnen, zullen hen er dankbaar voor zijn!
| |
Velen met ons
Vaak koopt men een nieuw, modern elektries apparaat waarvan de steker aan het uiteinde van het snoer echter niet blijkt te passen in een nieuwe, moderne wandkontaktdoos. Bij de ergste wandkontaktdozen zitten er vier punten die de geheel ronde steker zijn doordringen beletten: twee zinloze verdikkingen links en rechts en twee metalen clipjes onder en boven. Die clipjes hebben misschien wel wat met elektriciteit te maken, maar die andere twee drempeltjes zijn gewoon pesterij. Om de vereiste inkepingen in uw steker te maken (zodat hij tòch in de wandkontaktdoos past), bewijst het fruitmesje misschien wel de beste diensten. Of een klein ijzerzaagje en een goede vijl. Maar het is toch vervelend dat we er wéér een kans op zinloze irritatie bij hebben. Alles en nog wat wordt vandaag de dag ‘gestandaardiseerd’: zou het voor het elektriciteitsbedrijf nu zo'n verschrikkelijke moeite zijn om stekers en wandkontaktdozen van eenzelfde vorm bindend voor te schrijven?
| |
| |
| |
Velen met ons
Niets irritanter dan het klakkeloos parafraseren van bekende ‘kreten’. Graag zouden wij met u afspreken dat u onmiddellijk uw abonnement opzegt wanneer uw krant het durft in een kopje een variatie te maken op thema's als ‘zeg maar ja tegen het leven’, ‘samen naar de film, ja gezellig’ en ‘uit, goed voor u.’
Een voorbeeld gaat hierbij.
| |
Velen met ons
Niets irritanter dan het klakkeloos parafraseren van bekende ‘kreten’. Graag zouden wij met u afspreken dat u onmiddellijk uw abonnement opzegt wanneer uw krant het durft in een kopje een variatie te maken op thema's als ‘zeg maar ja tegen het leven’ en ‘samen naar de film, ja gezellig’.
Een voorbeeld gaat hierbij.
| |
Even bijprammen
‘Maar hoe is dat dan gekomen?’
‘Nou dat zal ik je vertellen. Je weet, als je het Tjeukemeer opkomt, dan krijg je bij Strinsum ongeveer, een hele rare valwind. Dus wat doe ik? Ik hàd al 't grootzeil en het fokkebrammetje opstaan, ik denk, ik hijs er een wrevelzeiltje bij. Nèt dat ik de knoppelstok over stuurboord gooi, breekt m'n fret! Een alluminium fret, twee maanden oud! En nog geen ramp, ik bedoel, even bijprammen en als de donder dat wrevelzeiltje weer naar beneden en je gaat weer als een scheermes, maar het lullige was, toen ik de knorlijn weer stevig in m'n poten had, gaat m'n steunschoei schuiven! Nou ja, dan hoef ik jou niet te vertellen wat er met dat soort bootjes gebeurt: hup sakee, m'n hele schietrefter komt naar beneden, die slaat dóór het takkezeil en tegelijk scheurt de paternoster finaal in splinters!’
‘En?’
‘De Vrijheid 8 is over twee maanden klaar.’
| |
Ibiza
‘Hee hallo lui! Ook weer van de partij?’
‘Ja, eigenlijk kan 't niet meer. Maar waar moet je anders heen?’
‘Ik was hier in '67. Toen stond er op Salinas nog geeneen tentje. Nu sterft het er ook van de dikke duitsers.’
‘In '60 stond er één hotel op heel Ibiza.
Met waterput. Kon je 's ochtends je eigen waswater omhooghijsen.’
‘In '46 spoelde ik hier aan. En ik was de eerste blanke, ik zweer 't je.’
‘Had je in 1158 moeten komen: Arabieren! Te gekke vogels.’
‘In een vorige incarnatie was ik hier rotsblok.
Lekker hoor, de hele dag dat kouwe water tegen je aan.’
| |
Jim
‘Eindelijk vakantie’, dacht de beroemde zanger-filmster, toen hij vanuit zijn privé-helikopter op een atol in de Stille Zuidzee was neergelaten. ‘Niemand, behalve de piloot en ik, weet waar ik op dit moment ben.’
‘Hallo Dino’, riep een figuur die zich uit het palmenbos losmaakte en met uitgestoken armen op hem toe kwam rennen. Dean zag het dwars door de lange baard en de lendendoek van varens heen. Dat was Jim, de ex-man van zijn zuster, die in 1939, na een verloren partijtje poker, was verdwenen en naar horen zeggen in het Vreemdelingenlegioen had dienstgenomen.
| |
Onze mooie Nederlandse taal
Al te...(A)...is buurmans...(B)...!
A | goed |
| mooi |
| gek |
| dom |
| zuur |
B | lief |
| vrouw |
| auto |
| melk |
| bankstel |
Combineer en vul in:
Al te gek is buurmans auto
Al te zuur is buurmans melk enz. enz.
Verwissel B met A en vul in:
Al te bankstel is buurmans mooi
Al te vrouw is buurmans zuur enz. enz. |
|