Eerste aftekening
Vertoonende een Manlyk lichaam van vooren getekend.
A. het Hoofd, verdeeld in een gehaird 1. en een niet gehaird 2. gedeelte, waar in is,
B. het Voorhoofd.
C. de Neus.
D. het linker Oog.
E. de Wang.
F. een Oor.
G. de Mond, of opening der
H. Lippen.
I. de Kin.
K. de Hals.
L. de Borst, welks uitwendige deelen genoemd werden,
M. de Tepelen.
N. de holte beneden de borst, of Kolkje.
O. In den Buik, of onderholte des lichaams, ziet men
P. het bovenste gedeelte van den Buik.
Q. de zyden, Lieschen; des zelfs midden werd
R. Naavel en het onderste gedeelte
S. de Schaamelheid genoemd. Ledemaaten noemd men
T. de Armen en
V. Beenen, tot welke de
W. Dyen,
X. Voeten,
Y. Schouderen en
Z. Handen gevoegd moeten werden.
Maar op dat de Leezer het uitwendige verschil tusschen het Man- en Vrouwelyk lichaam mogte zien, werd in de