Uit de wijdte(1943)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 27] [p. 27] Maanregenboog De tuin was licht van maan en witte rozen, De hooge leliën geurden aan 't terras, toen van den hemel een doorzichtig blozen begon te schijnslen over boom en gras. De donkre verte mompelde het booze. Een pauw kreet dringend uit het schijngewas. De zwarte vijver droeg een oeverlooze bleeke overbrugging die vol paarlen was. Wijsgeeren! Theologen en de spreker die hier het laatste woord had, hoort mij aan! 't Verstand is kort, als dezen hof onzeker...... En elk van ons zal God voor zich verstaan. 't Is goed, mijn vrienden, heffen wij den beker! En laat ons elk, verwonderd, henen gaan. Vorige Volgende