Uit de wijdte(1943)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 25] [p. 25] Staren in het water Ik zag de schaduw van de zwaluw scheren, de zon, het rietspel en de wilgentak; drinkende dieren staan en wolkenveren schoon water, aan Uw spieglend oppervlak. Maar scherper zinnend in uw zilversfeeren dan d'oogenschijnlijkheid, die ik doorbrak, bleek zich 't mysterie eindloos te vermeeren naar 't zien te diep werd en het licht te zwak. Ik meende jong, ik had den zin gevonden van 's levens doel en elk geheimenis. 't Was schoon en klaar, ik wilde 't elk verkonden. Maar blind en oud en moe van het doorgronden, hoe raadselvoller mij dit alles is, hoe weet ik minder dan van d'eerste stonde. Vorige Volgende