De bellenblazer(1931)–Martien Beversluis– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] IV. Als dan de speer der boosheid wordt naar uw hart gedrild, wend voor den fellen aantocht uw woorden niet tot schild. Het is niet dàt wat mindert, wat scha doet of verdriet. De wonde zal genezen, de neerlaag deert ons niet. Als maar uw oogen vinden dat hoog en licht gebied, vanwaar gij de beminde met hoogheid nad'ren ziet. En komt zij U t' ontmoeten haar voeten grauw van stof, zoo zal zij tot U spreken ‘Ik was het die U trof’. En over de landouwen uitziende, beeft uw vraag ‘waarom, mijn lief vertrouwen zweefde uw speer zoo laag?’ Dan zal voorzeker luiden het antwoord van haar mond: ‘De liefde wordt tot leven slechts wederzijdsch verwond.’ Vorige Volgende