vretende slijmontsteking die in dit geval uit het hoofd of uit het hart in de longen schiet. Bovendien kan zich etter verzamelen in de borstholte. Zelfs de allersterksten worden hierdoor op den duur geveld.
Onder de uitwendige factoren die tot de ziekte kunnen leiden, moet de lucht genoemd worden. Als ze heet is, brengt ze scherpe sappen vanuit het hoofd naar de longen; als ze koud is, kan ze de longen laten samentrekken en uitwringen en ook de longvaten verdikken, zodat de patiënt benauwd gaat hoesten en de vaten barsten. Herfstlucht, steeds wisselend van temperatuur, is het schadelijkst, zoals Hippocrates al opmerkte. Ook het koude en vochtige klimaat van sommige gebieden, de reuk van metaal, een lang verblijf in de mijnen en steenstof kunnen tot tering leiden. Gevaarlijk zijn bovendien scherp en zout eten, zure en scherpe drank, alles wat in het lichaam overtolligheid laat groeien en alles wat de longaderen kan laten barsten, zoals een val, vermoeienis, slagen op de borst, slecht helende wonden, hard roepen of uitblijvende menstruatie.
Een andere uitwendige oorzaak is besmetting en daarom rekenen Aristoteles, Galenus en Isocrates tering onder de besmettelijke ziekten. Het is heel gevaarlijk veel met teringlijders om te gaan omdat hun adem de longen van een ander kan bederven. Het vergif is zo taai en kleeft zo vast dat kleren, kamers en bedden van overledenen nog twee jaar besmettelijk blijven.
Tering is een zeer zware en gevaarlijke ziekte en valt moeilijk te genezen. Ik heb een vrouw gezien die er pas na veertig jaar aan stierf. Sommige tekenen duiden op de bijna zeker naderende dood, zoals Hippocrates schrijft:
Wie tering heeft, en hoest een wijl
en spuwt dan enig zeldzaam kwijl,
valt dat in 't vuur, en stinkt het dan,
zo staat het slecht niet onze man;