Naschrift.
Bij het afdrukken van dit artikel kreeg ik inzage van een bijdrage van prof. A.J. Barnouw: Mary of Nimmegen, verschenen in The Germanic Review, Vol. VI, No. 1, January, 1931, die dezelfde strekking heeft als mijn betoog. De schr. die blijkbaar beschikte over de tekst van het engelse volksboek, konstateert dat mej. Kronenberg (blz. 28) onvolledig en derhalve onjuist citeert, daar de in 't mirakelspel gewraakte herhaling, in de engelse tekst drie maal voorkomt! Wat betreft de gulden camere wijst prof. Barnouw op de verklaring gildenkamer, die ook voorkomt bij Verdam, Mnl. Wdb. II 1968, en Wdb. der Ned. taal IV 2370, maar die - horribile dictu - aan mijn aandacht was ontsnapt. Nadat prof. Barnouw nog een plaats besproken heeft, waar de komprimering van de engelse tekst tot een vertaling geleid heeft, die kennelik onjuist is, besluit hij dat hij, na hernieuwde bestudering, meer dan ooit overtuigd is van de prioriteit van de speltekst. Een vergelijking met de historie van Jan van Beverley leidde hem er toe uit sommige prozafragmenten de veronderstelde vers-tekst te trachten los te pellen, waar het rijm bewaard of met geringe wijziging te herstellen is. Deze tekstkritiese rekonstrukties hoop ik eerlang in een nieuwe uitgave van het spel te kunnen mededelen.
W.H.B.