Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters

[p. 148]

Julienne Huybrechts

Chaconne

je noemde mij: prinses
en met je ogen: veelnachtenbloem
en met je huid: wilde bloem van mijn vreugde.
het was winter.

en ik wilde je zeggen
vanachter de vlindervleugels vreugde voor mijn ogen
- o, hoe probeerde ik je te zeggen
later tussen de regels die ik schreef -:

‘de zon is van de horizon,
het woord is van de stilte
en van het komend voorjaar
zijn de verbloeide tinten van het dood seizoen.

nu de dag gevuld staat als een kruik
noem mij: mijn groot motief,
en laat mij als een vogel dansen
de snelle passen van vertrouwelijkheid.’