Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Fragment terzijde liever nam ik alles terug wat we voor het slapengaan bespraken mijn eerste woorden bij het ontwaken maar ook de opdracht op een boekomslag, de nauwelijks verstane beelden van mijn fantasie en de tere namen als morgenslaapster, het motief van haar verwezen lippen was het spreken mij als tanden uit de mond geslagen, ik bezat een staal van schrijven ik vouwde een liefste van papier en een huis van woorden en leven zou ik vormen, mij passend als het lichaam van de moeder eens als een zuil om mij heen mij dragend en ging ik dood men zou mij gedenken doch daar gaat het niet om maar om wat men zondags moet doen als zij er niet is, al wil ik mijn boeken niet met haar delen Vorige Volgende