Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters

[p. 132]

Spelen en denken bij Gerry Mulligan

voor Geertje

deze muziek moet je berijden
als een muisgrijs paard

in galop over een
prae-historisch strand

geloof toch niets meer

van wat oude dames zeggen

zie de dunbeschilderde vogels
middeleeuws dansen op de
tegels van de zee
en straks de dageraad
in de eerste trein van de ochtend
dit is muziek uit de
hogeschool voor zeepaarden
eeuwenoude eiken in de
eerste golfslag het leven
een park met de witte
theetuin van verlangen
zondagskinderen onder
alle bomen ra ra wie
heeft die bal van goud
maar de avond
grintpaden gaan verder
wind krijgt vaste voet
in de wolken en hoor
mijn vingers fluiten
kleine droefheid
en jij liefste je handen
in de zilte flanken van de
saxofoon en droefheid in
alle ogen en de zee gekreukt
van plechtstatig verdriet

[p. 133]

 

meer droefheid nog

 

heroïsch ondergaan van

 

schepen en oh lieveling

 

lieveling dit zijn mijn

 

woorden in ontzadelde muziek.