Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende Leven: het woud, wankelend naar de afgrond En het verdriet een avondlijke vijver en ik het drijvende lichaam en jij de vogel daar boven, - de kleine zwarte vogel die van honger sterft, de grote witte vogel vliegend naar het zuiden. Lager, de wolken gaan lager. Hoger en hoger schiet het radeloos riet. En ik het drijvende lichaam en jij de vogel daar boven. - jij de zuster van nefretete misschien, jij de eenzame in de woestijn jij roepende. Stiller, het water wordt stiller en kouder wordt de zon, een blinde vader wordt hij. En ik het drijvende lichaam. En jij en jij en jij en jij. Vorige Volgende