Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [Ik woonde weer] Ik woonde weer in het kromgegroeide huis omdat ik insliep op een middag dat vogels zeer vermoeid waren ik was bedroefd en liep de tuin in waar vroeger varens vrouwehaar droegen en de wind haar spitse borsten stak in horentjes van zand uitgebloeide kevers riepen onhoorbaar water en maan onder hun vleugels van schaduw en wandelden van oude regen langs de blaren Vorige Volgende