Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 109] [p. 109] Innerlijk De openslaande serredeuren in deze japanse avond en de kleine vloeiende rinkeling van je tinkelende vingers met hun babybelletjes-muziek van Brahms betreden wijs de nacht liefste, nu ik zo buiten bij je ben als een zomerse weide stilstaand met al zulke geheimzinnige dieren die, onbewogen en nauwelijks bewegend van de aarde doorzichtig afgewend, maar kijken en kauwen nietszeggend; maar kijken en kauwen, niets zeggend. En zwijgend zo is hun houding in mij streng en vroom als een oordeel nietszeggend, onmondig ten dienste jou en je zekere aanslag op de deur van een nacht in Hokkaido. Vorige Volgende