Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 82] [p. 82] Jan Stolk Tijd Ik werd boven de avond uitgelicht en kon veel verder dan mijn handen reiken, diep in het hart van deze wereld kijken, dat langzaam openging en langzaam dicht, en alle dingen waren transparant, zodat ik door hen heen de tijd zag groeien, de dagen in de nachten overvloeien zoals de zee zich uitloopt in het zand, onafgebroken ademde dit aan, maar ieder kloppen was het kerend teken, misschien heb ik wel in dit hart gekeken, om weer te weten dat het stil kan staan. Vorige Volgende