Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters
(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 77]
| |
Het Brandverzekerd Blaauwhoedenveem
Bananenkoelcellen
Enkelspoorkratvervoer
Feuniks
's Avonds als de passagiers bridgend weggevaren worden
vergeet ik het hengelen naar diepzeevissen
en beantwoord de fluiten van de sleepboten
ik was de jongen die zei:
het is nu tijd om te gaan
het meisje vroeg:
waar kom je vandaan?
het kind vroeg
hoe hoog een vlieger kan gaan
100 dwazen vroegen
de formule van
calciumsulfaat
ijzercyanide
lindaan
| |
2Ik heet columbus
als dwaze kinderen zoek ik
paradijsvogeleieren
die de squaw op het houtvuur bereidt
voor haar man de indiaan in het jachtveld
Ik heet
columbus
ik weet
het hele eiereneten
ik vaar in een snelle tentboot
ik gooi muiters overboord
en ik weet dat het land
de helderste ster in de melkweg
de nachtbloeiende bloem
het snijdend glastouw van mijn vlieger
het grootslem van mijn dichtbridge
hopeloos ver weg is
|
|