Dichters van morgen. Een bloemlezing uit de poëzie van jonge dichters(1958)–Ad den Besten– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] Bouke Jagt Het eindeloos geweten I voor mij zijn alle dingen al gebeurd in deze lange lege domme straten beleven mensen telkens weer de vogeldroom die zij als kindren hebben opgelaten mijn droom herinnert mij een confrontatie met medemensen, met een schenker en een bakker en met twee hoerensluwe advocaten die mij beschuldigden en mij verweten gewetenlozer nog te zijn dan zij: het zijn geen vrienden die mij waarheid schenken maar liegen is een dagtaak zonder eind er is geen water diep er is geen zee er is geen zonlicht meer er zijn geen sterren er kiert geen licht meer tussen deze reten en eenzaam staat en wacht mijn eindeloos geweten ik hoor een voetstap ik verwacht vannacht een dame en dat ze niet komt heb ik ook geweten de dingen zijn gebeurd de dingen zijn vergeten II vóór mij zijn vele vogels in het bos geweest zij hebben nooit de waarheid mogen horen zij hebben nimmer mogen huilen met de honden en daarom hebben wij ze later dood gevonden. [pagina 65] [p. 65] nog bloedt het leeg uit grote rode wonden het vogelbos... het vogelbos sterft uit de vogels en de honden mogen mij nu haten zij hebben meer het recht dan wie dan ook zij hebben meer het recht dan die twee advocaten want deze vogeldroom gaat ook weer op in rook er is geen water breed er is geen god die mij het zingen en het lachen kan beletten ik wil en kan nu ook niet anders doen dan vogelliedren op sterk water zetten ik hoor een voetstap ik verwacht vannacht een dame en dat ze niet komt heb ik ook geweten de dingen zijn gebeurd de dingen zijn vergeten. Vorige Volgende