Zuid-Afrika in de letterkunde
(1914)–Gerrit Besselaar– Auteursrecht onbekend
[pagina I]
| ||||||
Aan het Volk van Zuid-Afrika | ||||||
[pagina IX]
| ||||||
Woord vooraf.(Dit boek is een omgewerkt akademies proefschrift.)
De schrijver dezer verhandeling heeft over aanverwante onderwerpen studieën geleverd, die in Zuid-Afrika in druk zijn verschenen, zoals:
Om eigen meningen en uitkomsten te toetsen en aan te vullen is dankbaar gebruik gemaakt van inlichtingen, wel willend verstrekt door de schrijvers en dichters Jan F.E. Celliers, Totius, pres. Reitz, M. Brink, Malherbe en anderen, waaronder Nederlandse en Engelse schrijvers en dichters; door de verzamelaars van Africana: Sidney Mendelssohn, dr. Leyds, dr. Mansvelt, die minzaam toegang verleenden tot hun boekerijen en waardevolle werken in bruikleen | ||||||
[pagina X]
| ||||||
afstonden; door mannen van de Zuidafrikaanse boekhandel en van het krantewezen aldaar, als de bestuurders van de Hollands-Afrikaanse Uitgevers Maatschappij te Kaapstad, van de boekhandel van J.H. de Bussy te Pretoria en Amsterdam, van het Administratie Bureau te Stellenbosch; door de bibliothekarissen van de Openbare Zuidafrikaanse Boekerij te Kaapstad, van de Staatsbibliotheek te Pretoria, van de bibliotheek der Universiteiten te Amsterdam en te Gent en van die der Nederlandsch Zuidafrikaansche Vereeniging te Amsterdam; door leiders van het geestesleven van Zuid-Afrika, voor zover zich dat op Taal en Letteren richt, zoals ds. George S. Malan, sekretaris van de Zuidafrikaanse Taalbond en prof. dr. G. Knothe, sekretaris van de Zuidafrikaanse Akademie voor Taal, Letteren en Kunst. In het biezonder wordt hierbij een tol van erkentelikheid betaald aan de wetenschappelike arbeid over dit onderwerp verschenen in de South African Bibliography van Sidney Mendelssohn;Ga naar voetnoot1) aan de voorrede in dat werk van de hand van Ian Colvin; aan Het Nederlandsch in Noord-Amerika en Zuid-Afrika van prof. dr. Jan te WinkelGa naar voetnoot2) en aan Over de Taal- en Letterkunde van Zuid-Afrika van prof. dr. D.C. HesselingGa naar voetnoot3) De volgende belangrijke studieën kwamen de schrijver van dit overzicht pas in handen na voltooiïng van zijn | ||||||
[pagina XI]
| ||||||
arbeid; zij gaven hem geen aanleiding veranderingen in zijn werk aan te brengen:
Wel zijn geraadpleegd boekbesprekingen in Zuidafrikaanse, Nederlandse en Engelse bladen en tijdschriften verschenen, te veel om te noemen en trouwens voor ieder toegankelik. Niet het minst past een woord van dank aan prof. dr. Paul Fredericq, hoogleraar te Gent, gedurende veertig jaren, door kwaad gerucht en goed gerucht, een trouw vriend van Zuid-Afrika, die uit zijn warm hart en rijpe kennis de schrijver waardevolle raad heeft gegeven bij het overlezen van het handschrift. En ten slotte wordt met dankbaarheid gewag gemaakt van de aanmoedigende belangstelling in deze arbeid en van daadwerkelike hulp, betoond door andere kenners en vrienden van Zuid-Afrika, als dr. Kiewiet de Jonge van Dordrecht, dr. Godée Molsbergen van Amsterdam, dr. Hendrik P.N. Muller van 's-Gravenhage, prof. dr. Hesseling van Leiden en oud-konsul-generaal Knobel van Pretoria. | ||||||
[pagina XII]
| ||||||
Van de ruim vijfhonderd werken, in dit boek besproken, zijn er slechts zes, die de schrijver wegens onbekendheid met de taal of wegens ontoegankelikheid van het boek, niet persoonlik heeft kunnen doorlezen voor hij tot beoordeling overging.
In deze verhandeling is meer aandacht gewijd aan Hollandse boeken over Zuid-Afrika dan aan Engelse, en meer aan Afrikaanse letterkunde in het Afrikaans dan in het Nederlands of Engels.
In aansluiting aan het spraakgebruik van Zuid-Afrika is Hollands gebruikt, zowel wanneer Nederlands als Afrikaans bedoeld worden.
Gent, November 1913. G. BESSELAAR. |
|