Elf versjes van Bertha(1903)– Bertha– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 4] [p. 4] die Beste Broer. Frans, die alles heeft gezien, Gaat nu gauw naar zusje Mien, En zegt: ‘foei! wat is Jo laf! Kom, droog gauw je traantjes af.’ Hij raapt al haar kleertjes op, Ook haar speelgoed en haar pop, Legt het netjes bij haar neer En zegt: ‘daar is alles weer.’ Zusje is nu niet meer boos. Zie! zij haalt haar blokkendoos En nu zitten ze bij elkaar En bouwt Frans een huis voor haar. Kijk! nu schreit die zus niet meer, Maar zegt lachend, ieder keer: ‘Jij bent zoet; jou mag ik graag; Niet dien Jo, den meisjesplaag.’ Vorige Volgende