Straf
Op een dag vroeg Anansi aan God: ‘Here God, kunt u niet alle mensen straffen die gekke dingen van iemand zeggen?’
De Here God zei: ‘Dat is goed.’
Anansi zei nogmaals: ‘Here God kunt u niet alle mensen die roddelen, direkt dood laten neervallen?’
God zei: ‘Dat is goed, Anansi.’
Toen nam Anansi een tjap en ging de straat schoonmaken. Toen kwam de Tijger langs en vroeg aan Anansi: ‘Anansi, wat doe je?’
Anansi antwoordde: ‘Zie je niet dat ik bezig ben om de straat schoon te maken? Ik ga wat cassave planten.’
‘Maar Anansi, hoe kan je zo dom doen?’ zei de Tijger. Toen viel de Tijger ineens dood neer.
Anansi was blij want hij had toespijs gevonden, hm. Anansi ging eten.
Op een andere dag nam Anansi z'n tjap weer op en ging de straat schoonmaken. Toen kwam het konijn langs. Anansi vroeg aan het konijn: ‘Zeg konijn waar ga je naartoe?’
‘Man, ik wandel een beetje, maar Anansi, wat doe je daar?’
Anansi zei: ‘Ik maak de straat schoon met m'n tjap. Ik ga wat cassave planten.’