De dood van een regisseur
(1968)–J. Bernlef– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 47]
| |
Eerste complex1. Overdag - exterieur - een straatAan de linkerzijde witgekalkte huizen van verschillende grootte; ouderwetse gietijzeren balkons. Hier en daar staat een raam open. Aan de rechterzijde een lange houten schutting tot ongeveer het midden van de straat waar een identieke huizenrij als aan de linkerzijde begint. Achter de schutting zijn een paar kronen van appelbomen zichtbaar. Op de trottoirs staan op verschillende plaatsen vuilnisbakken. Er is niemand te zien. Ja toch. Een hond loopt van rechts het beeld in, snuffelt even in de goot en steekt daarna de straat over; of een hond loopt rechts het beeld in, doet zijn behoefte tegen een lantarenpaal of boompje en steekt daarna de straat over; of een hond komt rechts het beeld in, aarzelt, kijkt achterom en steekt daarna toch maar de straat over. De hond verdwijnt tussen twee van de witte huizen aan de linkerkant van de doodstille straat. Wel horen wij geluiden van de onzichtbare bewoners: iemand speelt piano - bij voorkeur op een Franse - een kind en een moeder zijn in een onverstaanbare conversatie gewikkeld vogels die al evenmin zichtbaar zijn kwetteren een radio wordt door een van de bewoners achter de muren aangedraaid, schalt even hard door de straat en wordt daarna weer afgezet. Het is moeilijk te zeggen of het een lange, zeer lange of niet zo lange straat is. Alleen de voorgrond van het beeld is scherp. Daarachter ligt de straat in een mistig, melkachtig wit licht gehuld. Uit dit wit duiken op de linkerstoep plotseling naast elkaar twee zwarte figuren op. Zij zijn even duidelijk omlijnd als hun gelaarsde voetstappen die versterkt bij dit beeld klinken. Als zij ter hoogte van de schutting zijn staan zij tegelijkertijd stil, als goed gedrilde soldaten. Zij dragen een soort zwarte (of donkerblauwe) politieuniformen met blinkende knopen. Op hun hoofd hebben zij Guardia Civil-petten. Beide grijpen, weer precies gelijk, naar de revolvertas die aan een brede riem op hun rechterheup hangt. | |
[pagina 48]
| |
Off-screen het geluid van iemand die wegrent. De politiemannen beginnen ook te rennen en trekken al lopend hun revolvers. Zij verdwijnen uit het beeld. Op het moment dat de straat weer verlaten ligt, klinkt er een schot. Hierop verstart het beeld. Hierna volgt de titelrol | |
2. Overdag - interieur - caféEen ouderwets café; houten betimmering, waar wat vaste klanten, meest oudere mannen, zwijgend aan de tapkast staan. Aan de muren enkele spiegels en reclames voor bier- en limonademerken. Een bordje met: heden mosselen. Er staat niemand achter de tapkast. Uit een zijvertrek, achter in de pijpela, klinken luide mannenstemmen door elkaar heen. Daar bovenuit het opgewonden commentaar van een voetbalverslaggever. De deur van het café gaat open. Léon Sage in colbertkostuum komt binnen, kijkt even vluchtig naar de mannen aan de tapkast en loopt dan langs hen heen en gaat het zijvertrek binnen. In een paar halve cirkels zitten mannen om een tv.-toestel dat op een laag tafeltje staat. Op het toestel een vaas tulpen. De mannen volgen een voetbalwedstrijd op het scherm en geven veel en luidruchtig commentaar. De gordijnen in dit vertrek zijn gesloten zodat de voorover gebogen mannen, sommigen met een glas of sigaar in de hand, een geheimzinnige indruk zouden kunnen maken; een samenzwering? De entree van Sage wordt eerst niet opgemerkt. Dan kijkt iemand van het gezelschap een ogenblik van het tv.-scherm in de camera en steekt ter begroeting zijn hand op. Ook de andere mannen kijken nu in de camera. man: - Hoeveel wordt het Léon? Close-up van het tv.-scherm met wedstrijdmoment terwijl Sage off-screen zegt: sage: - 2-1 voor Rapid. Op deze opmerking volgt veel door elkaar gesproken commentaar en gelach. Sage komt van het zijvertrek weer het café in. Hij gaat achter de tapkast, pakt een fles uit een koeler, neemt een van de | |
[pagina 49]
| |
borrelglaasjes die omgekeerd naast de spoelbak staan en bedient zichzelf. Hij is kennelijk een goede klant. Hij drinkt de borrel in een teug leeg. De uitdrukkingsloze gezichten voor de tapkast. Een geheel opgebrande sigaret in een asbak. Een leeg bierglas met achtergebleven schuim. Sage haalt een gulden uit zijn jaszak te voorschijn, schiet hem tussen duim en wijsvinger omhoog en vangt hem in een handig, geroutineerd gebaar weer op. Hij kletst de gulden met een hard geluid tussen zijn handpalm en het zink op de tapkast. De uitdrukkingsloze gezichten voor de tapkast. Sage loopt achter de tapkast vandaan naar de deur. Als hij de deur opentrekt, klinkt er achter hem luid gejuich uit het zijvertrek. Een zware stem klinkt boven het gejuich uit: 1-0 voor Excelsior! | |
3. Overdag - exterieur - cafédeurEen close-up van Sages gezicht, gedraaid door een met witte lelies beschilderde glazen deur, zoals men die nog wel in de hal van kleinere hotels in de provincie ziet. Sage glimlacht, even, aarzelend. | |
4. Overdag - exterieur - rijdende autoSage in zijn auto. Close op zijn gezicht en profil. Zijn gezicht dat verstrakt. | |
5. Overdag - interieur - autoClose-up van hand die autoradio aanzet. Extreme close-up van autoradio waarachter stem verslaggever: verslaggever (off-screen): - Wat een blunder, wat een blunder dames en heren. Wie had dat ooit gedacht, dat Rapid op zo'n fortuinlijke wijze aan de gelijkmaker zou komen? Shot van de weg vanaf de bestuurdersplaats genomen. Langsfiitsende tegenliggers. Een reclamebord. Een meisje met opfladderende rok op een fiets. | |
6. Overdag - exterieur - straatSage komt van links het beeld inrijden en parkeert zijn auto | |
[pagina 50]
| |
langs de stoeprand, voor een drogisterij. Hij stapt uit met een zwarte aktentas in zijn hand, gooit het portier dicht en loopt naar de drogisterij. | |
7. Overdag - interieur - drogisterijOveral in de lange smalle winkel standaards van merken haarlak, tandpasta. In de meeste standaards staan andere artikelen dan waarvoor zij bedoeld zijn; een ouderwetse weegschaal; een rek maandverband; Sage loopt door de winkel naar de toonbank achter in de winkel. Een schaaltje met dropjes naast de kassa in extreme close-up. drogist (off-screen): - Heb je het al gehoord? Half totale van opzij van de twee mannen; de een voor, de ander achter de toonbank. Tussen hen in een grote ouderwetse kassa. sage: - 2-1 voor Rapid. drogist: - Ja, een schande. Extreme close-up kassaregister dat een klein bedrag aanwijst.Ga naar voetnoot* sage (close-up): - Ze hebben weinig geluk gehad. drogist (close-up): - Maar toch... had u dat soms gedacht. Dat Rapid zou winnen? sage (close-up): - Ach. Het blijft voetbal... ik kom nog even horen. drogist (close-up): - Ik heb van alles nog voldoende. sage (close-up): - Brillantine, after-shave, tandpasta, mondwater... drogist (close-up) knikt zwijgend. Een close-up van Sages gezicht dat nu plotseling strak van spanning staat: sage - Je hebt nog maar één fles lotion! Close-up van het geërgerde gezicht van de drogist: drogist Zal ik zelf niet weten... Camera volgt de drogist die naar een van de grote met glas afgesloten kasten in de winkelwand loopt waar een menigte tubes, potjes, dozen en doosjes staat. Hij schuift het glas opzij en voelt met zijn hand helemaal achterin. Hij trekt zijn hand | |
[pagina 51]
| |
terug. De hand is leeg. drogist: - Verrek... Close-up van Sages gespannen gezicht. sage: - Heb ik gelijk...? Extreme close-up van Sages gezicht. drogist (off-screen): - Ja... je hebt gelijk... hoe wist je dat? Identieke half-totale van de twee mannen, de een achter, de ander voor de toonbank, van opzij. Sage neemt een dropje uit het bakje. Hij kauwt. sage: - Gok... verkooptruc. Hij lacht, even, kort. | |
8. Avond - exterieur - huisSage opent de deur van zijn huis, een van de vele lage woningen in een kleurloze middenstandsbuurt. Voortuintjes; geparkeerde auto's; een paar spelende kinderen; een autoband om een jonge boom heen gegooid. | |
9. Avond - interieur - gang huisAan het einde van de gang gaat een deur open. Een jonge, wat ordinaire maar wel aantrekkelijke vrouw met een wit schort voor komt op de camera af die plotseling achteruit rijdt zodat Sage in beeld komt. Zij omhelzen elkaar kort, zonder emoties, plichtmatig. zij: - Moe? hij: - Gaat wel. Hij bukt zich en zet zijn tas in de gang. zij: - Raad eens wat we eten...? hij: - Artisjokken. zij: - Hoe weet je dat? hij: - Ik ruik het. Hij loopt langs zijn vrouw naar de huiskamer waaruit kinderstemmen klinken. Ook de vrouw draait zich nu van de camera af. zij: - Jean heeft een vriendje spelen. Sage opent de huiskamerdeur - aan de linker - of rechterkant van de gang. De camera volgt de vrouw die haar haar schikt voor een spiegel in de gang. Close-up in de spiegel van de vrouw die haar haar schikt. In de rand van de spiegel steekt een | |
[pagina 52]
| |
ansichtkaart: ‘Groeten uit Tyrol’. Vier kleine schuin om een wapentje gecentreerde foto's van bergachtige landschappen met popperige huisjes. Een van de foto's stelt een folkloristisch feest voor. Mannen in pofbroeken en met jagershoedjes op hebben hun rechterbeen geheven voor een rijtje vrouwen of meisjes die met beide handen hun bloemrijke jurken een eindje optillen. De vrouw gaat de keuken in. De keukendeur wordt voor de neus van de camera gesloten. Fade-out in zwartbeeld. | |
10. Nacht - interieur - slaapkamerInfaden uit zwart. Sage en zijn vrouw in bed. Zij liggen op hun rug. De vrouw draagt een kanten nachthemd, hij een streeppyjama. Zij kijken beiden met wijdopen starre ogen voor zich uit. Plotseling draait Sage zich met een ruk van zijn vrouw af. zij: - Kun je niet slapen? hij: - Nee. zij: - Waar denk je aan? hij: - Nergens aan... aan de schoudervullingen in het pak van Ben. Close-up van zijn gespannen gezicht op het kussen. zij (off-screen): - Hé, wat gek... ik ook net. Extreme close-up van zijn gezicht dat vertwijfeling/wanhoop/doodsangst/walging uitdrukt. hij: - Dat gebeurt wel meer... als je lang getrouwd bent. Langzaam in zwartbeeld uitfaden. zij (off-screen): - Ik ga slapen. hij (off-screen): - Ik ook. | |
11. Nacht - interieur - slaapkamerInfaden uit zwart. Sage wakker in bed, steunend op de ellebogen. Zijn gezicht drukt nog steeds wanhoop/doodsangst/walging/vertwijfeling uit. Fade-out in zwartbeeld. | |
12. Ochtend - interieur - dokterswachtkamerEen kille witgekalkte ruimte waar de patiënten op keukenstoelen tegen de muur zitten. Er staat een grote oude fauteuil waarin een oude man met een asvlek op een van de knieën van zijn broek met opzij geknakt hoofd en open mond zit te slapen; | |
[pagina 53]
| |
of waarin een kind zit, bij voorkeur een meisje, dat aandachtig in de camera kijkt terwijl ze in haar neus peutert; of waarin niemand zit alleen een krant ligt met de voorpagina boven: ‘sterfte aan longkanker stijgt’. Een tafel in het midden waarop slordig door elkaar liggende tijdschriften. Opnamen van de lege slaperige hoofden van de patiënten tegen het wit van de muur eventueel crosscutten met close-ups van de sterk verouderde en beduimelde tijdschriften op tafel. Geluid zoemer. De camera zoomt in op oplichtend lampje boven een deur waarop in zwarte lettertjes ‘spreekkamer’ staat. Extreme close-up van oplichtend lampje, waarbij versterkt het geluid van de zoemer. | |
13. Ochtend - interieur - spreekkamerDe deur wordt geopend en Sage komt binnen. Hij sluit de deur en blijft roerloos staan. | |
14. Ochtend - exterieur - stadSage wandelend door de stad waar iedereen zich naar zijn werk spoedt. Er is veel verkeer. Het valt op hoe Sage een bijna storend element is in dit bewegelijke, dynamische geheel. Soms zien wij een ander element dat in rust is: een vuilnisbak; een kakkende hond; een stenen leeuw; een bank met gietijzeren leuning; een lantarenpaal; een dode kat; een arbeider die tegen het portier van een vrachtwagen geleund een shagje rolt terwijl achter hem lange rijen auto's ongeduldig toeterend staan te wachten. dokter (off-screen): - Ik kan zo niks vinden ik zal uw urine onderzoeken belt u mij morgen even het hoeft niets te zijn buikklachten nervositeit u bent kerngezond. | |
15. Ochtend - exterieur - pleinVanaf hoog standpunt zien wij Sage het plein oversteken. In het midden van het plein: een grote boom/een rozenperkje/een kinderspeelplaats/een niet werkende fontein. De weinige men- | |
[pagina 54]
| |
sen bewegen als pionnen over een schaakbord. Totale stilte. Overbelicht. Inzoomen op het moment dat Sage de trappen voor een kerk die aan het plein ligt opgaat. Hij gaat door een massieve deur naar binnen. De massieve deur die langzaam dichtvalt. Muziek bij deze scène: een fuga van J.S. Bach op clavecimbel gespeeld die op orgel wordt overgenomen op het moment dat de zware deur zich achter Sage sluit. | |
16. Ochtend - interieur - grote katholieke kerkDe camera rijdt langs een van de zijbalken tot aan een biechtstoel. Muziek stopt gelijk met camerabeweging. | |
17. Ochtend - interieur - biechtstoelClose op Sage in biechtstoel op het moment dat hij midden in zijn monoloog is tegen de priester achter het tralievenster, die nauwelijks of niet zichtbaar is. sage (werktekst): - Ik zag het duidelijk voor me als op een foto een stille straat met aan de ene kant een houten schutting dan steekt er opeens een hond de straat over ik weet niet waar die vandaan komt hij verdwijnt tussen de huizen aan de overkant dan zijn er opeens twee mannen, agenten ze zijn in uniform ze beginnen te rennen en trekken hun revolvers ze rennen het beeld uit... priester (off-screen): - Het beeld uit? sage: - Ja. Het is een filmbeeld. Alsof ik in de bioscoop zit... een film die hier zit (hij wijst op zijn voorhoofd). Dan klinkt er een schot en ik voel een stekende pijn in mijn buik... priester (off-screen): - Pijn? sage: - Ja... heel even, maar... hevig. priester (off-screen)Er is geen mens die het ogenblik van zijn dood kent. Sage grijpt met zijn handen de biechtstoel vast; een pathetisch beeld! Extreme close-up van zijn gezicht. sage: - Ik wel!! priester (off-screen): - Het is verbeelding zoon. Niemand | |
[pagina 55]
| |
weet wanneer zijn tijd op aarde voorbij is. Het orgel zet krachtig in. Sage zegt nog iets, iets wanhopigs, dat in de daverende muziek verloren gaat. Wij zien slechts zijn lippen bewegen. | |
18. Middag - interieur - stationswachtkamerSage aan het raam van een druk bezette stationswachtkamer. Door het raam uitzicht op een van de perrons, waar mensen met koffers e.d. voorbij lopen. Van tijd tot tijd worden mededelingen voor reizigers of technisch personeel omgeroepen door een nasale onverstaanbare stem. Sage schrijft. De camera rijdt langzaam op hem in. | |
19. Middag - interieur - briefDe camera leest de brief die Sage geschreven heeft. Als de camera uitgelezen is zien wij ook Sages hand met de ballpoint erin rechts onder half in beeld. Brief: Liefste Anne. Er is mij iets vreselijks overkomen. Het is erger dan de ergste ziekte. Als ik ziek was zou ik bij jou komen, want van niemand heb ik in mijn leven zoveel liefde ontvangen als van jou. Maar dit is erger. Jij kunt me hierin niet helpen en daarom moet ik vluchten. Ik weet dat je Jean ook alleen zult kunnen grootbrengen. Druk hem vaak en vele malen aan je hart. Denk aan mij zoals ik aan jou zal denken. Slechts de dood kan ons scheiden. Je eeuwige Léon.
Terwijl de camera deze brief leest horen wij een gesprek aan een tafeltje naast dat van Sage, een gesprek dat zo nu en dan onderbroken wordt door mededelingen uit de luidspreker. Ook dit gesprek moet ruimte tot improvisatie geven. Werktekst: zij: - Denk je aan de stoombout? hij: - Wat stoombout? zij: - Die kun je daar toch krijgen zei je, met korting? hij: - Oh die, bedoel je dat. Ja, die zal ik meenemen. zij: - Niet vergeten. hij: - Nee, ik zal hem niet vergeten. zij: - Je vergeet het toch. hij: - Waarom zou ik? | |
[pagina 56]
| |
zij: - Omdat je altijd alles vergeet als het niet voor je zelf is. hij: - Begin je weer? zij: - Mag ik? hij: - Praat wat zachter wil je? Iedereen kan je horen. De man kijkt opeens star in de lens. | |
20. Middag - interieur - stationswachtkamerCamera rijdt achteruit. We zien het bekvechtende echtpaar van middelbare leeftijd. Zij met haar eeuwige hoedje op het hoofd, hij met zijn handschoenen naast zijn kopje koffie. Aan het tafeltje ernaast zien wij Sage die de brief in vieren vouwt en in een envelop doet. Hij adresseert hem en staat op. Hij opent een glazen deur die op het perron uitkomt. We zien hem door de glazen deur op het perron staan. Op dat moment schuift met donderend geraas een trein het beeld in en stopt. Deuren gaan open, reizigers stappen uit, anderen proberen alweer in te stappen. De camera verliest Sage in de mensenmenigte, probeert hem nog even te zoeken, geeft het dan op. Camera af. |