Aderlaten
‘Sinds mijn vierentwintigste jaar ben ik meer dan honderdentien keer adergelaten, waarvan tachtig keer door mijn eigen hand.’
En, kan eraan toegevoegd worden, meestal met een zeer bot mes, tot de ontsteltenis van die super-Victoriaan, dokter Hobson, die Waterton wel eens van dat aderlaten wilde afhouden... to no avail. Geen wonder dat de Squire het hele jaar door in zijn landhuis grote vuren had branden. 's Zomers stonden ramen en deuren wijd open, maar de vuren brandden, zodat de lage bloeddruk van de Squire kunstmatig door het vuur werd gecompenseerd.
Niet alleen op zichzelf, maar ook op anderen, verrichtte de