woorden.
Willy van der Heide heeft namelijk zélf al
aangegeven dat de Bob Evers-serie moest meegroeien met de voortschrijdende
tijd. Bepaalde zaken die een indicatie gaven over de tijd waarin een en ander
zich afspeelde, besloot hij reeds lang geleden aan te passen. Dit constateren
we als we de gebonden boeken vergelijken met de pockets.
Een aantal van de vele voorbeelden hiervan:
Deel 2 van de pocketserie, blz. 43.
Het gaat om de kip die plotseling opduikt op het onbewoonde eiland.
Jan Prins suggereert dat ze alle drie aan hallucinaties lijden. Arie reageert
hierop door het volgende op te merken: ‘Dadelijk zien we nog een 1964
Volkswagen over het strand rijden óók.’
In de gebonden versie van
Drie jongens op een onbewoond eiland
(deel 5) praat Arie niet over een 1964 Volkswagen, maar over een 1950 Ford.
Deel 11 van de pocketserie, blz. 44.
Hier lezen we over het radio-bericht, waarin melding wordt gemaakt van
de gestolen Buick van Bob, Jan en Arie. Letterlijk staat er het volgende:
‘Gestolen een model 1965 Buick acht-cilinder.’
In de eerste druk (gebonden boek) is de melding anders: ‘Gestolen een
model 1952 Buick acht-cilinder.’
Betrekken we in onze overwegingen voorts het feit dat na de
eeuwwisseling de eerste generatie lezers ingekrompen zal zijn en de vierde zich
begint aan te melden, dan komen we tot de conclusie dat alternatief
b op de lange duur aanzienlijk terrein zal winnen. Hetgeen
inhoudt dat de Bob Evers-serie er in die tijd vatbaar voor zal zijn.
Nu is het nog te vroeg.
Ik moet er overigens wel op wijzen dat men op een gegeven moment niet
meer verder zal kunnen met moderniseren, omdat er dan inhoudelijk te veel zou
veranderen aan de verhalen. In 1992 zijn bijvoorbeeld alle grenzen in de E.E.G.
verdwenen.