Het verschijnsel Bob Evers
(1993)–John Beringen– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 73]
| |||||||||||||
I.11 Voorstander of tegenstander van de Bob Evers-serie?Zoals de titel van dit hoofdstuk reeds doet vermoeden, blijken er slechts twee meningen te bestaan over de serie: óf men vindt deze verschrikkelijk goed (tot deze groep hoor ikzelf) óf men heeft er geen goed woord voor over. Een middenweg schijnt niet te bestaan. Waar zit 'm dat nu in? Deze vraag met zekerheid beantwoorden zou een opgave zijn, waar zelfs Freud een harde dobber aan gehad zou hebben; waar we echter wél enig inzicht in kunnen krijgen, zijn de beweegredenen waarom iemand de serie wel of niet mag. Laten we daarom beginnen met die van de tegenstander onder de loupe te nemen. | |||||||||||||
I.11.1 De tegenstanderIn een artikel, dat verscheen in Vrij Nederland op 16 augustus 1975, vertelt Henk Bergman (een liefhebber van de serie) over enige zaken, die wellicht tot gevolg hadden dat velen bedenkelijk keken naar de heren Evers, Prins en Roos. Samenvattend stelt hij vast dat de boeken geschreven zijn dwars tegen alle pedagogische principes van de jaren '50 in. De ouders blijken geen enkele greep te hebben op het gedrag van de jongens. Overal waar ze verschijnen, gebeurt wel iets dramatisch: een schip zinkt, een vliegtuig stort neer, een huis brandt af, auto's worden total loss gereden of in het kanaal geduwd. Dat alles wordt in de regel rijkelijk geflankeerd door schiet- en/of knokpartijen. Daarbij komt nog dat ze doodeenvoudig de hele wereldbol afreizen; dit in een tijdperk waarin menig leeftijdgenoot een dagje naar het strand nog iets heel bijzonders vond. | |||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||
Een ander punt is dat de serie vrij gewelddadig begon. In het eerste deel ( Een overval in de lucht Ga naar voetnoot*) komen er bij een vliegtuigkaping twee mensen om het leven (Lie Dee en ‘Platneus’); bovendien wordt er een hond (Zazou) doodgeschoten. In de delen 4, 5 en 6 (het Zuidzee-avontuur) zijn er maar liefst negen personen die om het leven komen, te weten: Barney, Braggart, Farraday, Gillison, Maccarthy, O'Connor, Warwick plus twee niet bij naam genoemde matrozen van de Frisco (vanuit de brandende grashutten lopen zij in een hinderlaag). Op zich zijn dit geen schokkende feiten in het milieu van kapers en muiters; neen, er was iets anders aan de hand. Wat als absurd werd ervaren, was het feit dat bij al deze acties drie schooljongens betrokken waren, die zich, volgens de toenmalige normen, uitsluitend in een beschermde wereld behoorden voort te bewegen. Van der Heide merkte hier zelf over op: ‘De Bob Eversboeken waren niet kneuterig genoeg.’ Later vielen er nog slechts twee keer slachtoffers. In deel 17 zijn het een lid van Grahams expeditie, Harrison (de helikopterpiloot van Pereira), en een andere - niet bij naam genoemde - piloot van hem. In deel 31 komen Buster en Philips (tegenstanders van Digazo) om het leven. In het vorige hoofdstuk hebben we de verdiensten van de jongens doorgenomen. Het kan niet anders, of dit financiële aspect heeft eveneens kwaad bloed gezet. Als we namelijk zien dat het grootste gedeelte van de verdiensten uit beloningen bestaat, is het duidelijk dat hele volksstammen de jongens moeten hebben gezien als ‘een stel premiejagers’. Het is vrijwel overbodig om op te merken dat zulk een hoedanigheid een twijfelachtig beeld oproept. Een tweede punt in dit gegeven behelst de hoogte van de verdiende bedragen; keer op keer slepen zij - op eerlijke wijze - een som geld in de wacht, die zelfs een geslaagd | |||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||
zakenman uit die tijd als een klein vermogen moet hebben aangemerkt. | |||||||||||||
I.11.2 De voorstanderOndanks alle kritiek is Bob Evers geen vroege dood gestorven; hij heeft het allemaal overleefd. Wat dat aangaat moet Willy van der Heide een vooruitziende blik gehad hebben, waarin hij haarscherp zag dat de jeugd aan andere boeken toe was. Volwassenen mochten dan ieder opbouwend element in de serie missen, de kinderen verslonden haar echter. Hoe kwam dat? Alle kenners zullen met mij ongeveer de volgende argumenten aanvoeren:
| |||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||
| |||||||||||||
I.11.3 Het Bob Evers GenootschapWie wellicht als de grootste liefhebbers kunnen worden aangemerkt zijn de heren P.J. Muller, Frans Verpoorten jr., W.C. van der Linde, G.J.M. Meysing en K.R.K.K. Snell, die in 1972 Het Bob Evers Genootschap oprichtten. De doelstellingen van dit genootschap waren achtereenvolgens:
Een ieder die lid wilde worden van dit genootschap diende een examen af te leggen. De procedure in dezen was als volgt. Men moest een verzoek indienen om het examen af te leggen. Daarna werd er door het genootschap aan de kandidaat een tijdstip doorgegeven waarop hij per auto werd afgehaald. Dit afhalen geschiedde in Bob Evers-stijl; men werd in de auto geblinddoekt en naar de examenplaats gebracht. (We herkennen hier de identieke situatie waarin Bob verkeerde, toen hij in deel 9 werd opgehaald uit het hotel in Zürich.) Het examen bestond uit twee gedeelten: 1. schriftelijk (een aantal meerkeuzevragen) en 2. mondeling (vragen uit een boek naar keuze). Had men het examen met goed gevolg afgelegd, dan mocht men zich lid van Het Bob Evers Genootschap noemen. Wan- | |||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||
neer men zakte bestond er een onbeperkte herkansingsmogelijkheid. Willy van der Heide zélf heeft, zoals eerder al gezegd, eveneens het examen afgelegd... met het opmerkelijke resultaat dat hij ervoor zakte als een baksteen. Hij vatte dit overigens sportief op. Thans is Het Bob Evers Genootschap al enige jaren inactief; het is echter nooit officieel opgeheven. | |||||||||||||
I.11.4 Ter afrondingDe tegenargumenten blijken qua aantal ver achter te blijven op de argumenten vóór, hoewel eerstgenoemde uiteraard - aanvankelijk - van een meer zwaarwegend karakter waren. Men moet echter niet vergeten dat de felle kritiek op de Bob Evers-serie dateert uit een tijd dat men (CRM) het presteerde om de uitgave van het weekblad Donald Duck in Nederland te weren op grond van de twijfelachtige verklaring dat het ‘pedagogisch niet verantwoorde lectuur’ was. Uiteindelijk kon dit niet meer hard gemaakt worden en verscheen de allereerste Donald Duck in Nederland in oktober 1952. Een en ander geeft een indicatie omtrent de moeilijkheden en de afkeuring waartegen Willy van der Heide moest opboksen. Wanneer men beziet hoe de Bob Evers-boeken vrijwel van het begin af door de kinderen verslonden werden, kon het niet anders zijn of ze zouden qua populariteit tot eenzame hoogte stijgen. Een ander bijkomend feit is dat de boeken in 1949/1950 hun tijd ver vooruit waren, hetgeen natuurlijk de nodige ‘aanloop-problemen’ veroorzaakte. Bob, Jan en Arie werden door de tegenstanders gezien als gelukzoekers (nozems wellicht); zou het zo zijn dat de serie pas nu voor het eerst uitkwam, dan zou men het drietal hoogstwaarschijnlijk omschrijven als: ‘jongens die initiatief vertonen en waar pit in zit.’ Gezien het feit dat Bob Evers na ruim veertig jaar nog steeds | |||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||
een groeiende populariteit geniet, mogen we vaststellen dat hij zich gerehabiliteerd heeft. |
|