vroeg is, stopt hij vlak bij Arie om enige
tijd te wachten en vervolgens vrolijk voor te komen rijden en met veel omhaal
te verklaren dat hij dertig seconden te vroeg is. Dit stelt hij vast door op
zijn twee horloges te kijken (een om zijn linker- en een om zijn
rechterpols)(!!) (blz. 60).
Dan is er nog de Nederlander met de bestelwagen uit deel 9, aan wie
Arie in Frankrijk een lift vraagt (blz. 76). De manier waarop dat gesprek
verloopt, doet reeds vermoeden dat het een man betreft die je maar één keer in
je leven tegenkomt. Het meest absurde feit doet zich echter voor op blz. 78,
als de man tot de ontdekking komt dat hij in de verkeerde richting rijdt: hij
moet naar Holland, niet naar Zürich.
Wat Bob Evers aangaat kunnen we vaststellen dat deze, behalve zijn
gevoel voor techniek en zijn praktisch inzicht, weinig eigenschappen van
Willy van der Heide bezit. Hij is, zoals Van
der Heide zelf al zei, ‘de typische Amerikaan, die duidelijk anders in elkaar
zit dan Jan en Arie’. Wat wel duidelijk uit de verf komt, is het contrast
tussen bepaalde opvattingen van Bob enerzijds en Jan en Arie anderzijds. Zeer
waarschijnlijk is deze ‘andere instelling’ het resultaat van Van der Heide's
ervaringen, opgedaan in de periode waarin hij vóór de oorlog werkte in Amerika.
Van der Heide heeft namelijk in 1937/38 gedurende anderhalf jaar aldaar
vertoefd om de Amerikaanse publiciteits- en persmethoden te bestuderen. Het
laatste gedeelte van die periode heeft hij dienaangaande gewerkt in Hollywood
(het decor van
Vreemd krakeel in Californië). Later
heeft hij te kennen gegeven dat hij gefascineerd was door het verschil tussen
de Amerikaanse aanpak en de Europese. Duidelijk gaf hij overigens aan dat je
dat ‘verschil’ op twee manieren kon invullen.
Een ander facet is de veranderende vertelstijl.
In deel 13 van de serie, op blz. 41 om precies te zijn, wordt de Bob
Evers-lezer het ontstaan van een totaal nieuw feit gewaar,
namelijk: de hoofdpersonen hebben het over hun geestelijk vader. Op de genoemde
bladzijde staat het volgende: ‘“Kijk eens,” zei Arie later tegen mij toen hij
me het avontuur in