Westfriesland, Tessel en Wieringen
(1955)–Herma M. van den Berg– Auteursrechtelijk beschermdHoogwoudAartswoudDE HERVORMDE KERK is in 1884 opgetrokken ter plaatse van de toen afgebrokenGa naar margenoot+ laatgothische kerk; de toren bleef behouden doch werd bij herstelwerkzaamheden in 1895 deels bepleisterd, deels bemetseld met machinale steen. Teg. Staat viii, blz. 470; joosting en muller i, blz. 73; Gen. en Herald. Gedenkw., i, blz. 9;Ga naar margenoot+ N.H. Oudh. i, blz. 40. prent van spilman naar pronk in Verheerlijkt Nederland.Ga naar margenoot+ | |||||||||||||||||||||||
[pagina 100]
| |||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+ De vierkante toren, fig. 24, die uit drie geledingen bestaat en door een lage bakstenen koepel gedekt wordt, is aan de west- en zuidzijde met machinale steen bemetseld en aan de noordzijde over de benedenste geleding bepleisterd. De baksteen meet inwendig 18,5 × 4,5, 10 lagen 55,5, hogerop 18,5-19,5 × 4, 10 lagen 54; de koepel bestaat uit kleine gele steen van 18 × 3,8, 10 lagen 44,5. Aan de niet vernieuwde zijde vertoont de toren uitwendig in de tweede geleding twee brede flauw spitsbogig gesloten nissen waarin aan elke zijde gevorkte montants opgaan, in de derde geleding kleine rondbogig gesloten galmgaten tussen smalle rechthoekige spaarvelden. De profielen, bestaan, waar ze nog gespaard zijn, uit een flauw holprofiel vergezeld van een smalle hollijst. Aan de oostzijde zijn nog natuurstenen negblokken waar te nemen, die volgens de tekening van architect a. mulder ook aan de westzijde voorkwamen. Fig. 24. Aartswoud. Toren en voormalige Kerk
Ga naar margenoot+ Inwendig zijn beganegronds aan noord- en zuidzijde grote rondboognissen uitgespaard, in het midden waarvan een spleetvormig venster onder een ontlastingsboog enig licht toelaat. Twee moeten ter hoogte van de boog der nissen doen aan een uitgebroken gewelf denken, doch zij sluiten met een hoek tegen elkaar. In de noordelijke hoek is aan de oostzijde in het muurwerk een wenteltrap uitgespaard, die naar de eerste verdieping leidt, waar de wanden door twee segmentvormig gesloten spaarnissen aan elke zijde zijn geleed; de spaarvelden die daarboven beginnen, eindigen ongesloten bij de volgende balklaag. In de oostmuur is geen toegang naar de | |||||||||||||||||||||||
[pagina 101]
| |||||||||||||||||||||||
kerk aangebracht, hetgeen overeenstemt met de opmetingstekening van 1883, waaruit blijkt dat de kerk aanvankelijk los van de toren stond. Het kleine steenformaat wijst ontegenzeggelijk op een vrij jonge bouwdatum, die wegensGa naar margenoot+ de nog geheel gothische opbouw in de tweede helft van de xvie eeuw kan gesteld worden. De datumsteen 1635 moet in verband gebracht worden met een wijziging, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van een nieuwe toegang. Volgens een tekening in het album Schoemaker zou de toren hoger geweest zijn; de koepelvormige dekking, die blijkens het materiaal in de xviie of xviiie eeuw ontstaan is, zou met een eventuele inkorting kunnen samenhangen. De klok, hoog 111, diameter 134, draagt het opschrift: gods stem aertswout alleenGa naar margenoot+ betrout. albert iansz. wagenaer burgemeister en tijs glasz kerckmeister ende jelis gerbrantzoon predicant. henricus nieman me fecit enchusae anno domini 1620. In de moderne kerk is een rijk gesneden en met inlegwerk versierd herengestoelteGa naar margenoot+ opgesteld, afkomstig uit de oude kerk, gedateerd 1641 en blijkens het wapen in de bekroning, toebehoord hebbend aan de Zeeuwse familie Soete van Laecken, (vgl. de klok van Hoogwoud). De eikenhouten bank, pl. XLI-85, is versierd met getoogde panelen tussen half geornamenteerde kolommen en een fijn gestoken arabesken fries langs de overhuiving, die aan de onderzijde met cassetten gedetailleerd is. De voorzijde van de bank is met ebbenhouten panelen ingelegd en wordt gevat tussen twee hermen. In de bekroning van de deurtjes zijn van ivoor de letters grhk, iimk, pisk, vcgk ingelegd. Voorts bezit de kerk drie grote koperen kronen elk van zestien armen en twee vanGa naar margenoot+ twaalf, benevens een klein zesarmig kroontje, xvii. | |||||||||||||||||||||||
HoogwoudHET RAADHUIS dat volgens een stichtingssteen in 1743 is gebouwd, heeft doorGa naar margenoot+ herhaalde wijzigingen het oude karakter geheel verloren. Ten raadhuize wordt een verguld zilveren dekselbokaal bewaard, hoog 29, waaropGa naar margenoot+ het wapen Catz is afgebeeld met het inschrift: ‘heer willem maurits van catz, heere van catz, coulster, heyloen, oesdom, vrijheer van veenhuysen, hoogwoudt, aertswoudt en in lambertschaage: in den jare 1716, gecommitteerd wegens de ridderschap van holland in de generaliteits rekenkamer; en in den jare 1719 uit die voorsz. generaliteits rekenkamer door den staat der verenigde nederlanden afgezonden als extra-ordinaris ambassadeur aan het hof van den koning van spangien hoogheemraad van schieland enz. enz. enz. heeft ter inwijding van het nieuwe geboude stads- en raadhuis der voorsz: hooge heerlijkheden van hoogwout en aertswout dezen silver vergulden beker ter gedagtenisse van zijn hoog edelheid aan het college van baljuw en verdere regenten der voornoemde hooge heerlijkheden geschonken en vereerd op den 16 july 1743’. De beker is gemerkt met het stadskeur van Rotterdam, jaarletter 1 van 1743 en meesterteken van Hendrick van Beest.
DE HERVORMDE KERK is vrij gelegen op een enigszins verhoogd kerkhof enGa naar margenoot+ behoort met uitzondering van de toren, die burgerlijk eigendom is, aan de Herv. Gemeente Hoog- en Aartswoud. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 102]
| |||||||||||||||||||||||
Ga naar margenoot+ d. burger van schoorl, Chronyk van de stad Medemblik 1767, blz. 104; Oudh. en Gest. ii, blz. 463; Teg. Staat viii, blz. 470; van der aa v, blz. 791; joosting en muller i, blz. 73, ii, blz. 323; N.H. Oudh. i, blz. 39; Gen. en Herald. Ged. iii, blz. 299 enz. p. bossen, Kroniek van de dorpen Hoogwoud en Aartswoud, Alkmaar 1938; dez., Bijdragen tot de Geschiedenis van West-Friesland, 16.1941. Ga naar margenoot+ Het gebouw, fig. 25, bestaat uit een ruim schip van zes traveeën met een vijfzijdige sluiting, rondom van steunberen voorzien en sedert 1870 gepleisterd, benevens een forse toren. Fig. 25. Hoogwoud. Herv. Kerk
Ga naar margenoot+ Van de oorspronkelijke bouw is in de beide eerste geledingen blijkens de tekeningen van vóór de restauratie, niettegenstaande de bemetseling, de detaillering behouden, bestaande uit drie smalle spitsboognissen aan elke zijde boven een gesloten vrij lage onderbouw. Inwendig bestaat het muurwerk tot ongeveer 14,50 m uit oud materiaal, formaat 27-29 × 7,5-8,5 secundair in onregelmatig verband verwerkt zodat 10 lagen 88-90 meten. De noord- en zuidwand zijn voorzien van spaarnissen, aan de oostzijde was een hoge thans gedichte doorgang naar de kerk. De westelijke ingang is modern. Vóór 1886 schijnt de benedenruimte overwelfd te zijn geweest; alle sporen daarvan zijn echter weggewerkt. De bovenste geleding met de klokstoel en de spits alsmede de stenen leeuwen op de balustrade zijn in 1886 aangebracht. | |||||||||||||||||||||||
[pagina 103]
| |||||||||||||||||||||||
De ruime eenschepige kerk is voor zover onder de pleisterlaag te constateren valt,Ga naar margenoot+ opgetrokken van baksteen 19 × 4,5, 10 lagen 55, met een muurdikte van 62-67. De muren hebben behalve het hoge plint een versnijding, die om de steunberen heenloopt. De brede vensters zijn flauw spitsbogig gesloten en thans van ijzeren ruitvormige roeden voorzien in houten kozijnen. Behalve de oorspronkelijke toegang aan de westzijde, bevindt zich een deur aan de koorsluiting. De kerk is gedekt door een houten tongewelf met trekbalken, die middels sleutelstukken op kleine natuurstenen kraagstenen rusten. De kerk bezit: een doopvont van Naamse steen bestaande uit een achtzijdige kuip met sedert eenGa naar margenoot+ recente restauratie aangevulde maskerkoppen aan vier zijden, xv. Het van vier- op acht zijden overgaand voetstuk is bij die gelegenheid toegevoegd; een zwart geverfde eikenhouten preekstoel met bijbehorend achterschot en klankbord,Ga naar margenoot+ die tegen de lange zuidwand is opgesteld, heeft op de kuip bloem- en vruchtfestoenen in compartimenten tussen kolommen en gestoken friezen, midden xviie eeuw en is omgeven door een geverfd eiken doophek met een spijlen fries, xvii. Op het doophek staat een koperen doopboog, samengesteld uit dierfiguren en eenGa naar margenoot+ kaarsenarm xviib. Tegenover de preekstoel staat een uit de vorige kerk afkomstige, overhuifde eikenGa naar margenoot+ herenbank in welks achterschot drie cartouches met wapens zijn uitgesneden. Het linker cartouche bevat het alliantiewapen de Soete van Laecken van der NootGa naar voetnoot1 en de letters c.l. en 1634; het linkerpaneel vertoont het wapen van Hoogwoud en de letters g.i.d. Het cartouche in het middenvak met het wapen van Boetselaer, welke familie in 1672 de heerlijkheid verwierf, heeft een iets jonger voorkomen. De overhuiving van de bank is aan de onderzijde met cassetten versierd. In het schip hangen drie grote zestien-armige kronen, waarvan twee met schildjes,Ga naar margenoot+ midden xvii; een koperen blakerarm. In 1879 werden 17 gebrandschilderde ruiten verkocht (zie Kunstbode 1). Voorts bezit de kerk: een tiengebodenbord uit 1687 en een oud eiken deurtje in de toegang naar hetGa naar margenoot+ orgel. Op de orgelgalerij staan twee houten leeuwtjes xvii. De torenklok van 1650 is nog aanwezig. Een tweede uit 1614 is in de laatste oorlogGa naar margenoot+ versmolten. Het opschrift van de aanwezige klok luidt: chaerle de sooete van laeken heer van hoochtwove eertswove lammertschagen ende s. pietersdam de houten. pieter iansz. maertz. ende cornelis pieters drooch, kerkm. f. et p. hemony me fec zutphaniae anno domini 1650. Voorts twee wapens: een met een keper (soete van laecken) en een met een boom (Hoogwoud); de klok meet 137 diameter. | |||||||||||||||||||||||
Particuliere gebouwenVerschillende boerenwoningen in de Gemeente hebben details uit de xviiie eeuwGa naar margenoot+ bewaard. De Willemshoeve b 17, fig. 26, pl. XLIII-91, gedeeltelijk gemoderniseerd doch nog van het gebruikelijke oude Westfriese stolptype, heeft een kort uitgebouwd voorhuis met een houten voorstuk, waarvan een gedeelte uit brede geribde eiken delen | |||||||||||||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||||||||||||
Fig. 26. Hoogwoud. Boerderij Willemshoeve
| |||||||||||||||||||||||
[pagina *1]
| |||||||||||||||||||||||
Fig. 27. Hoorn volgens de kaart in Blaeu's Stedeboek 1649
| |||||||||||||||||||||||
[pagina *2]
| |||||||||||||||||||||||
Fig. 28. Hoorn, met uitbreidingen van 1420, 1508, 1576-'78, 1608-'28, 1662-'68
| |||||||||||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||||||||||
bestaat, xvii? Het deurkalf en de zwikken van de ingangsboog zijn met snijwerk versierd, pl. XLIII-92, een stoet paarden voorstellend, xviii? De hoeve b 65 heeft een gevelsteen met een schip en datum 1671; inwendig een tegelschouw en glazen wandkastjes xviii of xixa. Een gevelsteen met een schip en datum 1769 wordt gevonden in het huis h 67. Voorts bevatten de huizen a 29 en d 88 tegelschouwen.
In de Gemeente Hoogwoud staat de MOLEN van de polder Lagehoek, een achtkante Molen grondmolen met vijzel, zonder spruiten in 1891 gebouwd, in 1934 gestroomlijnd en in 1950 hersteld, zodat er weer gemalen wordt met windkracht. |
|