Westfriesland, Tessel en Wieringen
(1955)–Herma M. van den Berg– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1]
| |
AbbekerkIn het bescheiden landelijk RAADHUIS is een gevelsteen met het gemeentewapenGa naar margenoot+ en 1830 aangebracht.
DE HERVORMDE KERK en toren zijn op een smal kerkhof aan de westzijde vanGa naar margenoot+ de weg gelegen, waarlangs het dorp gebouwd is. De kerk is eigendom van de Hervormde Gemeente, de toren van de burgerlijke Gemeente. Oudh. en Gest. ii, blz. 469; N.H. Oudh. i, blz. 42; joosting en muller i, blz. 73; Gen.Ga naar margenoot+ en Herald. Gedenkw. i, blz. 10. De geheel gepleisterde eenbeukige kerk, fig. 1, pl. II-3, bestaat uit een schip zonderGa naar margenoot+ steunberen en een vijfzijdig gesloten koor van twee traveeën. Schip en koor zijn te onderscheiden door verschillende muurdikten; aan de westzijde is een slanke toren met gemetselde spits voorgebouwd. Fig. 1. Abbekerk. Herv. Kerk
De toren die bij de restauratie van de pleisterlaag ontdaan is, en van een geheelGa naar margenoot+ nieuwe bemetseling moest worden voorzien, vertoont inwendig een geelachtige baksteen, formaat 21,5 × 5, 10 lagen 59,5 in kruisverband toegepast; de spits is kennelijk later vernieuwd in kleinere steen, formaat 21 × 4,5-5, 10 lagen 56. De torenromp die met slechts twee minimale versnijdingen opgaat, vertoont in de derde geleding aan elke zijde twee smalle rondbogig gesloten galmgaten, waarvan de dagkanten niet origineel zijn. De balustrade, die op de xviiie eeuwse tekening van Schoemaker reeds voorkomt, kan wel origineel zijn. Boven de spitsbogige ingang geeft een jaartalsteentje het bouwjaar 1656 aan. Tijdens de herstelwerkzaamheden in 1952 kon worden geconstateerd dat het muurwerkGa naar margenoot+ van het schip uit verschillende soorten baksteen bestaat, waaronder moppen, alles secundair verwerkt. De schijnbare zwaardere aanleg van de noordmuur is in werkelijkheid veroorzaakt door bemetseling met waalsteen tot de versnijding bij de vensters. Ook verschillende steunberen waren bemetseld. Bij de tooggeboorte van de | |
[pagina 2]
| |
vensters zijn de muren verhoogd, welke reparatie aan de noordzijde door een sprong wordt verkend; ook daarboven zijn secundair moppen verwerkt. Alle vensters aan de noordzijde bleken tevens van nieuwe kantelaven voorzien te zijn. De westmuur is duidelijk gelijk met de toren opgetrokken; wellicht zijn daarbij een of meer traveeën van het schip afgebroken, hetgeen de geringe diepte van het schip zou verklaren. De spitsbogige vensters zijn met uitzondering van een drietal aan de koorsluiting, dat gedicht is, van houten ramen voorzien. Het materiaal van het koor is baksteen van 21 × 5, 10 lagen 60. Ga naar margenoot+ In het inwendige is het onderscheid tussen schip en koor duidelijk waar te nemen in de lengte der muurstijlen en de behandeling der kraagstenen; deze vertonen in de koorsluiting xvie eeuwse vormen. Aan de noord- en zuidzijde van het koor kunnen zij in 1756 gewijzigd zijn, in welk jaar, volgens een jaartal met monogram op de beschieting en aanwijzingen in de kerkeboeken, het tongewelf van het koor vernieuwd werd. De trekbalk op de scheiding tussen schip en koor draagt het jaartal 1698.Ga naar margenoot+ De kap van het koor is origineel; die over het schip is in de xviie of xviiie eeuw vernieuwd. De schipmuren, uit secundair gebruikt materiaal opgetrokken, zijn moeilijk dateerbaar; wellicht is het schip na de plundertocht der zg. Gelderse Friezen in 1517 herbouwd en later verhoogd. Het koor moet, als boven aangeduid, mede wegens de vorm der kraagstenen een eindweegs in de xvie eeuw ontstaan zijn. De kerk bezit: Ga naar margenoot+ een eenvoudige geverfde herenbank met het wapen van Abbekerk, blijkens jaartal uit 1728; Ga naar margenoot+ een tochtportaal, dat voor de in het koor gebroken ingang is geplaatst, en een gesneden fries heeft met renaissancistisch ornament, gedateerd 1838 (sic); Ga naar margenoot+ drie kleine koperen kronen, xvii. Ga naar margenoot+ In de toren hangt een klok hoog 85, diameter 102 met inschrift: amstelodami fecit me fremius anno 1684; in de ornamentrand zijn klokkespelende en -stemmende putti voorgesteld.
Ga naar margenoot+ In het moderne DIJKSMAGAZIJN zijn twee xviiie eeuwse wapensteentjes gevat waarvan één het wapen Wallendal en één een onbekend wapen vertoont. | |
LambertschaagGa naar margenoot+ DE HERVORMDE KERK, mede blijkens de naam van het dorp oudtijds aan de H. Lambertus gewijd, ligt op een smal verhoogd kerkhof aan de westzijde van de weg, waarlangs het dorp gebouwd is. De kerk is eigendom van de Hervormde Gemeente met uitzondering van de meest westelijke travee en de houten dakruiter, die burgerlijk eigendom zijn. Ga naar margenoot+ Teg. Staat viii, 462; Oudh. en Gest. ii, blz. 468; joosting en muller, i, blz. 73; N.H. Oudh. i, blz. 42. | |
[pagina 3]
| |
De eenbeukige kerk, fig. 2, pl. I-2, bestaat uit een schip van vijf traveeën en eenGa naar margenoot+ twee traveeën diep koor met vijfzijdige sluiting. Het schip is opgetrokken uit baksteen
Fig. 2. Lambertschaag. Herv. Kerk
van 21 × 4,5, 10 lagen 56, beneden de deels Bremerstenen waterslag, afgewisseld met moppen van 28-32 × 8-9 en blokken tufsteen; aan het koor bedraagt het baksteenformaat 18,5-19 × 4,5, 10 lagen 55-56, de waterslag bestaat hier uit witte zandsteen. De muurdikte beloopt aan schip en koor ongeveer 50. De spitsbogige vensters van het schip hebben, blijkens de toestand van het gedichte eerste venster aan de noordzijde, een breed afgeschuind profiel gehad, en een bakstenen tracering met tufstenen spruitstuk; één venster aan de zuidzijde bewaart de tufstenen afzaat. Een gedicht koorvenster bewaart de oude profilering, bestaande uit een hol met een afschuining. Van de ingangen in de tweede travee is die aan de zuidzijde gemoderniseerd, die aan de noordzijde, waar de waterlijst rechthoekig omgevoerd is, gedicht. De westelijke gevel welks top afgesnoten is, vertoont een brede flauwe boog, waarbinnen een stuk jonger muurwerk een dichtzetting verraadt, die wellicht met de in de Tegenwoordige Staat vermelde stenen torenvoet samenhangt. De dakruiter die thans in de eerste anderhalve travee op een houten schoorconstructie is gebouwd, is in de bovenbouw in de xixe eeuw op vrij grove wijze vernieuwd, met uitzondering van het spitsje. Het inwendige wordt door een schot bij de derde travee in twee gedeelten gescheiden.Ga naar margenoot+ In de voor bergruimte dienende twee eerste traveeën zijn de oude sleutelstukken en karbeels van de trekbalken te zien; in de preekkerk zijn deze wellicht in het midden der xviiie eeuw (Teg. Staat) omtimmerd. Alleen in de koorsluiting, waar het orgel is opgesteld, zijn de muurstijlen en sleutelstukken in het gezicht gelaten; zij geven door de detaillering van de kraagsteentjes een dateringsmogelijkheid, een eindweegs in de xvie eeuw. Het uit afbraakmateriaal opgetrokken schip, heeft geen nauwkeurig dateerbareGa naar margenoot+ details; het kan in de loop der xve of het begin der xvie eeuw opgetrokken zijn. De kerk bezit: een geverfde eiken preekstoel met getoogde panelen, gestoken fries en half-gecanneleerdeGa naar margenoot+ Ionische pilasters, 1633 gedateerd; drie psalm- en gezangbordjes, xviia, en drie grote borden met het Onze Vader, deGa naar margenoot+ Geloofsartikelen en de Tien Geboden, xixa; een grote twaalfarmige koperen kroon met gekroonde schildjes en twee kleinereGa naar margenoot+ koperen kronen, alle midden xviie eeuw; een klok hoog 90, diameter 108 met inschrift: ihesus maria iohannes gerhardusGa naar margenoot+ de wou me fecit anno domini mccccxcv.
Op de boerderij ‘de Stins’ bewaart men een drietal verweerde reliefs voorstellendeGa naar margenoot+ allegorische figuren in halfronde nissen, xvii of jonger. |
|