| |
| |
| |
Moddergat
Moddergat kan beschouwd worden als de jongste nederzetting van enige omvang in de gemeente Westdongeradeel. Op de grietenijkaart van Schotanus blijkt ter plaatse slechts een enkel gebouw langs de zeedijk te zijn gelegen. De naam ‘Modde Gat’ op deze kaart lijkt meer op de lokale terreingesteldheid van toepassing te zijn dan een woongebied aan te duiden. In de ‘Tegenwoordige Staat’ worden de naam en de bewoning langs de zeedijk nog niet genoemd. Nadien moet hier echter in korte tijd bebouwing tot stand zijn gekomen; Van der Aa (vii, 989) vermeldt in 1846 dat het dorp uit 75 huizen bestaat.
Het ontstaan van Moddergat kan voor een deel worden opgevat als een uitbreiding in westelijke richting van het in Oostdongeradeel gelegen dorp Paesens en voor een ander deel als de verplaatsing van een aantal vissers uit Paesens naar een nog westelijker gelegen plek langs de zeedijk, waar buitendijks de wadgeulen beter bereikbaar waren. Immers, ter hoogte van het dorp Paesens was inmiddels, onder invloed van een omvangrijke wat oosterlijker gelegen bedijking uit 1592, een hoog opgeslibd buitendijks ‘voorland’ ontstaan, waardoor de rede van de vissersvloot met lichtere schepen van de dijk af niet meer bereikbaar was. De uitbreiding van het dorp Paesens in Westdongeradeel staat bekend onder de naam ‘de Kamp’. Het op enige afstand daarvan westelijk gelegen deel wordt aangeduid als ‘de Oere’, hetgeen oever betekent (Moerman, 171).
Het riviertje de Paesens, de grens tussen de beide Dongeradelen, mondde oorspronkelijk in zee uit; door Schotanus wordt aangegeven dat deze monding ‘verstopt’ is. Deze demping zou circa 1449 hebben plaatsgevonden (Rienks en Walther, 84).
De visserij is steeds het belangrijkste middel van een overigens bescheiden bestaan gebleven, totdat in 1883 het merendeel van de vloot in een storm vergaan is. Door gebrek aan middelen voor de herbouw van de vloot is de visserij nadien verlopen en is in het dorp, dat nauwelijks vervangende werkgelegenheid te bieden had, maar vooral in de Oere van groei weinig sprake meer geweest. Door deze omstandigheid is de Oere een van de weinige tamelijk gaaf bewaard gebleven vissersnederzettingen in Nederland.
Evenals dit in het naburige Paesens het geval is wordt de plattegrond van Moddergat bepaald door dicht opeen en min of meer naast elkaar gelegen huisjes aan de voet van de zeedijk, in de Kamp oorspronkelijk langs een tweetal wegen, in de Oere langs een weg. Met een dijkverbreding in het begin van deze eeuw moesten in de Oere de aan de noordzijde van de weg gelegen huisjes verdwijnen. In de Kamp is de weg langs de voet van de dijk verdwenen en door een zuidelijker gelegen nieuw tracé vervangen, waarvan in de loop van deze eeuw ook de zuidzijde bebouwd is geraakt.
Het kadastrale minuutplan en de recente luchtfoto's van het dorp laten duidelijk de landschappelijke sporen van een binnengedijkt wiel aan de zeedijk in de Kamp zien. Schotanus geeft dit wiel, het gevolg van een dijkdoorbraak waarbij de grond ter plaats is weggespoeld, nog in de oorspronkelijke toestand aan, namelijk als een poel. In de huidige landschappelijke situatie ligt ter plaatse van het wiel een onbebouwd terreintje waar de zeedijk met een boog omheen loopt. De bebouwing
| |
| |
Afb. 190. Kopie van het kadastrale minuutplan van Paesens-Moddergat, (omstreeks 1832). Schaal 1:7500.
Afb. 191. Luchtfoto van Paesens-Moddergat. Schaal 1:6000. Opname 1971.
| |
| |
van de nederzetting is de laatste jaren weer bewoonbaar gemaakt, rond de drie panden aan het Visserspad, die eigendom zijn van de gemeente en als Museum van het vissersleven zijn ingericht.
De panden langs de zeedijk en aan de oostelijke begrenzing van de nederzetting, ook die aan een pad haaks daarop, zijn genummerd van west naar oost als de Oere. Aan de westzijde loopt haaks daarop de Reddingbootreed, genoemd naar een loods met reddingboot van de k.n.z.h.r.m. Het reddingstation te Moddergat is in 1878 ingesteld en heeft tot 1942 gefunctioneerd. De loods voor de reddingboot lijkt aanvankelijk op de dijk gestaan te hebben; thans staat deze nog aan het einde van het pad. De boot moest altijd over de dijk gebracht worden. Daartoe werd in 1899 een houten wagenpad aangelegd, dat later vervangen is door een cementen helling, die in 1933 verlengd werd (Mededelingen k.n.z.h.r.m.).
| |
| |
| |
De Oere 2
Boerderij als begrenzing van de westelijke uitbreiding van de vissersnederzetting. Type stelphoeve, in de achtergevel gedateerd 1860 in een anker. De bijschuren staan dwars op de hoofdschuur.
| |
De Oere 10-12
Woning onder voor en achter afgeschuind zadeldak, dat de volle breedte van het huis overkapt, waardoor de ingang even hoog kon worden als de vensters. Waarschijnlijk was dit de jongste ontwikkeling van het eenvoudigste type visserswoning met ingang onder een aankapping (afb. 196).
| |
De Oere 50
Vissershuis onder zadeldak tegen topgevel met aankapping aan een zijde; ingang in de hoge andere zijgevel. Nokanker 1839. Het turfluik in de voorgevel is regelmatig naast de vlechtingen ingemetseld en is waarschijnlijk oorspronkelijk.
Tegen de achterzijde is een andere woning in het verlengde gebouwd en overkapt door het vervolg van het zadeldak. Deze bouwwijze komt op Terschelling regelmatig voor. De tweede woning dient daarbij voor een jongere generatie van de familie.
| |
Boethuisjes
Bij de visserswoningen stonden vanouds z.g. boethuisjes voor de netten. Die huisjes deden ook als stookhut dienst. Aan de weg staat er nog een bij nr. 36 en achter Visserspad 10 (afb. 197).
| |
Reddingbootreed
De bebouwing langs de westzijde is nog vrij gaaf en dateert van de laatste jaren van de 18e eeuw (afb. 198). Zij bestaat uit evenwijdig aan elkaar gebouwde huizen onder zadeldak met topgevel aan de straat, eindigend in een schoorsteen. In de topgevel was dan ook vanouds slechts een turfluik, zoals foto's uit de jaren zestig nog tonen. Ten behoeve van modern gebruik zijn in de topgevels later vensters aangebracht. Evenals bij de vissershuizen op de waddeneilanden is de ingang van het huis in de aangekapte ‘afluiving’ aan één zijde te vinden; aan het einde van deze lage aanbouw bevond zich de kookgelegenheid. Achter de woning in het verlengde ervan bevond zich de schuur.
| |
Reddingbootreed 2
In 1978 gerestaureerd en voor bewoning ingericht met bijtrekking van het ernaast staande werkplaatsje (afb. 196); dit vervangt de lage aankapping waarin de ingang pleegt te staan.
| |
Reddingbootreed 4
In 1974 gerestaureerd diep pand met aparte zijingang naar de werkruimte in het achterhuis (afb. 193). Tussen deze ingang en de voorgevel bevond zich de woonkamer met bedsteden tegen de achterwand, waaronder een keldertje. De toegang daarheen lag achterin de gang langs de andere zijgevel en tegenover de kookplaats; naast de kookplaats de regenput. In de voorgevel zesruits-vensters en op de verdieping rechts het turfluik. De bedstededeuren waren gepaneleerd; in het midden een vitrinekastje.
| |
Reddingbootreed 6
Vrij gaaf bewaard pand, in een nokanker gedateerd 1796. In de top twee smalle vensters, die met rollagen ingewerkt zijn en een oude wijziging betekenen (afb. 194 en 195). Ingang later door middel van een aanbouw.
| |
Reddingbootreed 8
Wegens bepleistering nog vrij gaaf bewaard vissershuis onder zadeldak tegen regelmatige topgevel (afb. 195).
| |
Reddingbootreed 10 en 12
De laatste twee pandjes zijn sterk onderkomen en tot pakhuis uitgebroken.
| |
Visserspad 2
Zeer eenvoudig woninkje onder een voor en achter afgeschuind zadeldak. Bij het herstel in 1977 zijn in de voorgevel beganegronds weer twee smalle vensters aangebracht en is het voor de gevel uitstekende schuurtje bij de woonruimte getrokken.
| |
Visserspad 4
Woninkje onder zadeldak tussen twee topgevels, in 1965 gerestaureerd en in het nokanker gedateerd 1794 (afb. 199). In deze top staan slechts twee zeer kleine ontluchtingsopeningen. Turfluik in de achtergevel. Indeling met ingang aan de zijde onder de afluiving. Rookkanaal langs de voorgevel, die inwendig betegeld is, evenals de schouwboezem. Tegen het scheidingswandje met het achtervertrek bedsteden met vitrinekastje in het midden; onder bedsteden kelder.
| |
Visserspad 6
Woning onder zadeldak tussen twee topgevels, in 1974 herbouwd als annex van het Museumpand nr. 8 (afb. 200 en 201). Ingang aan de rechterzijde onder afluiving. In de voortopgevel zeer kleine ontluchtingsopeningen, die voor de herbouw vervangen waren door kleine vierkante lichtkozijnen. De pui, die geheel gemoderniseerd was, is herbouwd in laat 18e-eeuwse vorm met twee vensters met luiken.
| |
Visserspad 8
Woning onder zadeldak tussen twee topgevels van wat forsere afmeting, waardoor het dak doorlopend over de gang is aangekapt. In 1972 herbouwd als vissersmuseum (afb. 200, 203). Turfluik in de voorgevel; in de oorspronkelijke toestand was dit later aangebracht. Tegen de achtergevel apart overkapt aanbouwtje. Daarbij een geornamenteerde stoeppaal, zoals op Terschelling gebruikt wordt (afb. 202). Inwendig gehele wanden met tegels waaronder enige tableaus (afb. 205, 206 en 207) en kast- en bedstedenwand
| |
| |
Afb. 192. Opmetingstekening van de in 1971 naar het Zuiderzee Museum te Enkhuizen overgebrachte visserswoning.
(afb. 204). Het tableau is afkomstig uit een dorpswoning te Ternaard.
| |
Visserspad 10
Langgerekt pand onder zadeldak tegen voortopgevel. De ingang staat hier in de lange gevel, waardoor de vensters in de voorgevel wat wijder uit elkaar staan (afb. 208, 209). In de top zeer kleine luchtopeningen, hier slechts door twee bakstenen kepervormig gedekt. De gevels waren voor het herstel niet gewit.
| |
De Kamp
In de nederzetting tussen de Zeeweg en de dijk is een drietal panden van 18e- of vroeg 19e-eeuws karakter bewaard.
| |
De Wiel 2-4
Vissershuis onder zadeldak tegen topgevel, die in de top duivengaten heeft (afb. 212). Zesruits-vensters en turfluik in de voorgevel; ingang later in een aanbouw gebracht.
| |
De Wiel 7
Woning onder zadeldak tussen twee topgevels; aan een zijde zesruits-vensters (afb. 213).
| |
Zeeweg 49
Soortgelijk pand als het bovenvermelde; vensters verdeeld in negen ruiten (afb. 210).
Een eenvoudige dubbele woning uit de 19e eeuw is ten behoeve van het buitenmuseum overgebracht naar het Zuiderzeemuseum te Enkhuizen (afb. 192).
| |
| |
Afb. 193. Reddingbootreed 4 na de restauratie van 1974. Opname 1978.
Afb. 194. Reddingbootreed 6 uit 1796. Opname 1978.
Afb. 195. Reddingbootreed 6 en 8. Opname 1971.
Afb. 196. Reddingsbootreed 2/10 voor de restauratie van nr. 2. Opname 1978.
| |
| |
Afb. 197. Overzichtsfoto van de zeedijk af genomen van de nederzetting de Oere. Op de achtergrond de kerk van Paesens. Opname 1971.
Afb. 198. De panden aan het Visserspad van de landzijde gezien na de restauratie. Opname 1981.
| |
| |
Afb. 199. Het Visserspad met de serie visserswoningen onder zadeldak tegen topgevels alle uit de laatste jaren van de 18e eeuw. Opname 1981.
Afb. 200. De situatie in 1972. Rechts Visserspad 4.
Afb. 201. Visserspad 6 en 8, als museum van het vissersleven herstelde en herbouwde laat 18e-eeuwse woningen. Opname 1981.
| |
| |
Afb. 202. De achterbouw van Visserspad 8 met 17e-eeuwse stoeppaal. Opname 1981.
Afb. 203. De in 1974 herbouwde visserswoning Visserspad 8 met forse puntgevel. Opname 1981.
Afb. 204. De bedsteden-kastenwand in de woning Visserspad 8, thans Museum. Opname 1981.
| |
| |
Afb. 205. De gerestaureerde tegelschouw tegen de voorgevel van Visserspad 8. Opname 1981.
Afb. 206. Tegeltableau in Visserspad 8. Opname 1981.
Afb. 207. Het tegeltableau in de schouw van Visserspad 8. Opname 1981.
| |
| |
Afb. 208. Visserspad 10 na de restauratie. Opname 1981.
Afb. 209. Visserspad 10 voor de restauratie van de oostzijde. Opname 1971.
Afb. 210. Zeeweg 49. Woning onder zadeldak tussen topgevels, eind 18e begin 19e eeuw. Opname 1965.
Afb. 211. Visserswoning uit 1798, aan de Zeeweg staande. Opname 1965.
| |
| |
Afb. 212. Visserswoning aan de Wiel nr. 2-4 met duivengaten in de topgevel. Opname 1965.
Afb. 213. Pand nr. 7 aan de Wiel, dat zijn naam ontleent aan een later weer bedijkte inbreuk, wiel of waal geheten. Opname 1965.
|
|