ge baksteenperiode ontstaan, begin 13e eeuw. Beide vertonen langs de hoeken van de koorsluiting ‘kralen’. De overige kerken in deze gemeente dateren uit de gotische periode, behoudens het in 1738 voor de protestante eredienst gebouwde kerkje van Reitsum, dat een middeleeuws gebouw vervangt en de kerk van Jislum uit 1886. Van het einde van de 13e eeuw dateert de kerk van Hallum, uit blonde baksteen opgemetseld en rijk gedetailleerd aan de van de grond af opgaande nissen, waarin de spitsbogige vensters staan. De bouwactiviteit van het nabije klooster Mariëngaarde zal hieraan niet vreemd geweest zijn. In de 13e eeuw moet ook de toren van Blija ontstaan zijn. De kerk van dat dorp is in de 16e eeuw herbouwd, evenals het koor van de kerk van Ferwerd. Hier markeert de zware gotische toren de centrale functie van het dorp in de late middeleeuwen. Rond de kerk stonden er de pastorie, de woning van een tweede priester, de prebendarius en de kosterij, later schoolmeesterswoning. De eerste twee aan een pleintje, dat door de naam Vrijhof aan de oude situatie van rechtsplein herinnert, een kerkelijk gebied, uitgezonderd uit het wereldlijk recht. Later werd het wereldlijk rechthuis als
huurder van de woning van de prebendarius aan hetzelfde plein gevestigd. De middeleeuwse pastorie, de oudst nog bestaande op het platteland van Friesland, werd in de 18e eeuw grietenijhuis.
Het landelijke kerkje van Lichtaard zal uit de 16e eeuw dateren, evenals de zware toren van Wanswerd en de kerk aldaar; latere ommetselingen verbergen mogelijk nog een ouder koor. Uit de 15e eeuw vinden we, behoudens de benedenste twee geledingen van de toren van Ferwerd, weinig gave gedeelten van gebouwen bewaard; tijdens de hevige Schieringer en Vetkoperse strijdtonelen zal er weinig bouwactiviteit geweest zijn naast de hoognodige reparaties.
Aan de kloosters is volgens de kronieken in de 13e eeuw veel gebouwd en opnieuw in de 16e eeuw. Over de tussenliggende eeuwen weten we zo goed als niets. Een enkele afbeelding uit de 18e eeuw geeft weinig uitsluitsel. De grondvesten zijn bij de terpafgravingen verdwenen en hebben destijds geen belangstelling gehad. Slechts uit wat bodemvondsten als vloertegels en profielstenen moet het beeld opgeroepen worden van wat geweest is. Van de overige bebouwing kunnen we ons door 18e- en 19e-eeuwse tekeningen enige voorstelling vormen. In Hallum stond de Offingaburg genoemde kasteelachtige state bij de kerk; twee andere states lagen aan de rand van het dorp. Ook Cammingha State te Ferwerd lag dicht bij het dorpscentrum; het was in de 18e eeuw de zetel van de Grietman.
Een soortgelijke situatie bestond er te Blija, waar Unema State directe verbinding met het dorp had. Nog merkwaardiger is de situatie te Westernijkerk, waar de kerk op een gedeelte van het stateterrein lijkt te staan. Ook te Genum bestonden in de 16e eeuw nauwe banden tussen de Roorda's en de kerk. Naar de grondvesten van de states zijn nimmer onderzoekingen gedaan. Naar de oude afbeeldingen te oordelen, lijkt in een aantal states de middeleeuwse toren, de ‘stins’ te zijn ingebouwd geweest. Het stateterrein was omgracht, soms zelfs met een dubbele gracht en veelal toegankelijk door een poortgebouw, dat ofwel over het water was gebouwd, zoals bij Sythiema te Hallum of òp de singel stond. Na de 16e eeuw zullen de omgrachting en de toegangspoort meer op een zekere ‘staat’ wijzen dan op een defensieve functie van het poortgebouw. En een grote ‘staat’ is er op een aantal states stellig gevoerd, zoals uit de archivalische gegevens blijkt. Op dit gebied kan door voortgezet onderzoek op den duur nog meer in beeld gebracht worden.
In de kerken getuigen de hier en daar mooi gebeeldhouwde banken, zerken en rouwborden van de opdrachten aan kunsthandwerkers door statebewoners gegeven. Door dezelfde houtsnijders werden ook de preekstoelen gesneden. Naast lokale meesters wordt daarbij veelal een beroep gedaan op ‘hardhouwers’ en houtsnijders uit Leeuwarden. Door de maatregelen tijdens de Franse tijd, toen wapens en kronen verwijderd dienden te worden, is veel van de pracht in de kerken verloren gegaan. De meeste states waren toen reeds vervallen of afgebroken, andere volgden in de loop van de 19e eeuw. Alleen van Harsta State te Hogebeintum is een gedeelte over. Aan bouwactiviteiten tijdens het begin van de 19e eeuw is in Ferwerderadeel alleen de herbouw van de ingestorte toren van Hallum te vermelden, naar een algemeen in die tijd toegepast schema van nauwelijks ver-