dat ‘het is waarheid en leven, geest en gevoel, fijnheid van teekening met losheid van trek, juistheid van opvatting en schilderachtigheid van uitdrukking’?
Onze Vlaamsche ‘Hildebrand’ is velen in Vlaanderen, trots velerlei wijziging van smaak, niet het minst op literair gebied, zeer lief gebleven.
Dit werd nog onlangs bewezen door de Anton Bergmann-herdenking op 30 Juni 1935 II. te Lier, mede door de deelneming van de Koninklijke Vlaamsche Academie, die ter plaatse een feestelijke Academische zitting belegde te zijner eer, alwaar o.a. de Lierenaar Felix Timmermans het woord voerde.
Het lag volkomen in de lijn van de W.-B.-Vereeniging zich door een hulde-telegram bij deze viering aan te sluiten. Thans is zij zoo gelukkig die hulde te kunnen materialiseeren onder den vorm van een heruitgave van Tony's eersteling als boekwerk: de Twee Rijnlandsche Novellen, die destijds op korten afstand van elkaar een Vlaamsche en een Noordnederlandsche uitgave beleefde.
In 1870 verscheen te Antwerpen bij den Uitgever L. De Cort, als no. 2 van de Bibliotheek van Fraaie Letteren: Twee Rhijnlandsche Novellen door Tony; in 1873 volgde bij den Uitgever W.C. de Graaff te Haarlem: Twee Reisnovellen van den Rijn door Tony, Noordnederlandsche Uitgave onder toezicht van Dr. J. Van Vloten.
Dat toezicht van Dr. Van Vloten is niet zonder ‘Attisch zout’ te verstaan; het behelst, blijkbaar met goedkeuring van Tony, niet enkel een zuivering van de drukfouten in de nogal slordige Vlaamsche uitgave, maar ook een emendatie van taal, spelling, punctuatie, en af en toe ook van woordkeus.
Gelukkig heeft deze met kieschheid uitgevoerde behandeling niet al te zeer den oorspronkelijken stijl geschaad,