Geene der Frankforter juffrouwen, welke zich te St. Goarshausen bevonden, of zij wist eenen trek, waardoor zij haren afkeer van den gehaten overweldiger had te kennen gegeven.
‘Mijne hand heeft nooit eenen Pruis aangeraakt,’ zegde een allerliefste zeventienjarige, en ik begreep, dat het voor Pruisen eene wezenlijke ontbering mocht heeten zulke fijne vingertjes niet te mogen drukken.
‘Als ze mij komen vragen op het bal, krijg ik altijd eenen aanval van hoesten en niezen,’ merkte eene tweede op, ‘die noorderlucht pakt mij seffens op de borst,’ en het gezelschap barstte in lachen uit.
‘Weet gij nog, Marie,’ vroeg eene tergende brunet, met blikkerende zwarte oogen, ‘toen wij, op onze wandeling in 't park, die twee Pruisische officieren zagen afkomen, stijf als eene lat, fier als een pauw, opgeblazen als een kalkoen, die zich zeker inbeelden, dat zij hunne blinkende helmen maar moesten toonen om ons te veroveren, - weet gij nog, welk mal figuur zij maakten, toen wij allen te zamen onze zonneschermen naar hen keerden?’
‘Ja,’ hernam Marie, die rood werd als een haantje, zoodra er over Pruisen spraak was, en 's anderen daags stond er in het dagblad: De Frankforter juffrouwen weten hare parasols te gebruiken, niet alleen tegen de zon, maar nog tegen de onbeschaamde blikken der Pruisische officieren, en ieder vond de straf verdiend, en den zet goed uitgedacht.
‘Het best van al zijn toch de uitnoodigingen van Louise; laat het haar eens vertellen,’ merkte eene andere dame op.
Fräulein Louise geraakte daarop aan het woord en verhaalde, dat zij, bij het schrijven der brieven voor een bal, onder elke kaart gezet had O.P., hetgeen voor geheel de wereld Ohne Presentation (zonder voorstelling) wilde zeggen, maar door de ingewijden Ohne Preussen (zonder Pruisen) gelezen werd, hetgeen ten gevolge had, dat nooit feest zoovele elegante toiletten en zulke lieve meisjes vereenigde. De trek was waarlijk niet slecht.
Ook van al de dames was Fräulein Louise de bijtendste, de onmeedoogendste voor al wat Pruisen van verre of bij aanging. Haar schertsen had eenen bijzonderen bitteren toon, haar lachen iets bitsigs, dat verried, hoe diep de haat tegen de verdrukkers der geboorteplaats haar in 't harte lag.
Arnold waagde hier en daar een woordje van verschooning;