De nachtegaal en het lijstertje(1854)–S.J. van den Bergh, J.J.L. ten Kate, Jacob van Lennep– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 81] [p. 81] Zomerliedje. 't Is Zomer: alles bloeit en groeit, De bloemen en de vruchten; Het zonnetje schijnt onvermoeid, En laauwe windjes zuchten. Het graánveld ruischt gelijk een zee, Met al zijn blonde baren; De korenbloempjes golven meê, In schommlend spelevaren. De vogels fladdren door de blaân, Met vrolijk wiekgeklepper, En heffen 't groote loflied aan, Ter eere van den Schepper. Zing ook, mijn ziel! op luiden toon, Al is Hij nooit volprezen!... O God! is de aarde reeds zoo schoon. Wat zal de Hemel wezen? t. K. Vorige Volgende